De Franse autobouwers hebben niet zo’n goede ervaringen met de Amerikaanse markt. Citroën, Peugeot en Renault probeerden er allemaal voet aan grond te krijgen, maar geen enkel merk wist er het grote publiek te overtuigen. En andersom liep het eveneens niet zo goed. Het Amerikaanse Chrysler kreeg - om maar één voorbeeld te noemen - ooit Talbot in handen en boorde het vervolgens regelrecht de dieperik in. Peugeot kocht het later, maar deed er nauwelijks nog wat mee. Peugeot hield het uit tot de nineties. Citroën gaf al bijna 20 jaar eerder op. Maar Renault verkocht wellicht het meeste exemplaren. Dat bedrijf kocht in 1982 immers het American Motors Corporation (AMC) en via hun dealernetwerk verkocht het onder meer de Renault Alliance (foto daarvan hebben we op onze Facebook-pagina gepost), die eigenlijk een geamerikaniseerde Renault 9 was. Die auto kreeg in 1983 van Motor Trend zelfs de titel van Auto van het Jaar, maar zelfs dat garandeerde geen succes.
De kater is verteerd
Inmiddels kijken de Fransen alweer lonkend naar de Amerikaanse markt. De kater is verteerd. En DS zou het wel eens tot daar kunnen schoppen. Het merk kan er handig losgekoppeld worden van Citroën dat een veel te Franse tongval heeft. En z’n producten hebben een ‘grote toegevoegde waarde’. Dat betekent dat ze veel goedkoper zijn om te bouwen dan hun verkoopprijs. En met Chinese fabrieken die DS uitspuwen tegen schappelijke prijzen, moet het mogelijk zijn om ze rendabel naar de VS te sluizen. Wordt vervolgd.