Mercedes heeft zoals de meeste autoconstructeurs een familiegezicht. Dat wil zeggen dat bepaalde kenmerken van het design in de verschillende modellen terug te vinden zijn. Dat helpt bij de herkenbaarheid van het product, en dat is op zijn beurt weer een belangrijk deel van de marketing. Sommige merken staan binnen die grenzen veel variatie toe. Andere erg weinig. Een goed voorbeeld van dat laatste is Audi. Daar lijken de modellen (A4, A5, A6…) zo hard op elkaar dat ze nauwelijks nog te onderscheiden zijn. Het is een strategie die ook BMW almaar nadrukkelijker hanteert, want daar zijn de verschillen tussen de modelrijen de jongste generaties ook kleiner geworden. En Mercedes volgt.
De nieuwe E-Klasse loopt in het gareel
Je moet nu al twee keer kijken om van op afstand een S-Klasse en een C-Klasse van elkaar te onderscheiden. De twee auto’s zijn erg gelijkaardig, op de afmetingen na. De Mercedes E-Klasse was echter altijd al een buitenbeentje in het Mercedes-gamma. Terwijl de C en S conventionele lichtblokken had, deed die het met vier aparte lichtblokken. Bij de jongste facelift van het model werd dat kenmerk al geschrapt. En nu de eerste prototypes van de volgende generatie E buiten komen, blijkt dat het daar niet bij blijft. De E-Klasse die begin 2016 op de markt moet in het gareel lopen en wordt dus nagenoeg identiek als de twee jongste berlines van het merk, zij het met andere afmetingen.
Downsizing
De E-Klasse zal de modulaire bodemplaat van de C-Klasse gebruiken, met een aangepaste wielbasis en spoorbreedte. Hij zal achterin wat ruimer worden, een stuk minder wegen en door kleinere motoren worden aangedreven. Ja, je mag je zelfs verwachten aan driecilinders.