Het Nederlandse kabinet scherpte twee jaar geleden z’n oldtimerwetgeving fors aan. Vanaf dan zouden auto’s pas na veertig jaar een gunstig belastingstatuut krijgen. Een grens die verder ligt dan elders in Europa, waar de Duitsers met hun 30-jaar-drempel voor het oldtimerstatuut bij de strengsten zijn. De Nederlander, die zich omwille van het hoge belastingniveau op conventionele auto’s wel eens vaker liet verleiden tot een oldtimers, deed die daarom massaal van de hand.
Export van oldtimers
Tot enkele jaren geleden was Nederland nog een importeur van jonge oldtimers. Maar de jongste twee jaar exporteert het land massaal z’n oude voertuigen. Die worden niet zelden in België aangeboden. Van de 38.000 diesels die tussen 1975 en 1986 werden gebouwd, werden er 27% buiten de landsgrenzen gezet. In het totaal zijn 40% van de 151.000 oude auto’s die vanaf 2013 niet langer in een gunstig belastingregime vallen, het land uitgezet. Dat zijn ruim 60.000 voertuigen.
Beter voor de staatskas
Er wordt uiteraard geclaimd dat het milieu wel vaart bij de maatregel. Per slot van rekening zijn er 60.000 vieze voertuigen geschrapt. En natuurlijk is het wagenpark verjongd, omdat de Nederlander (veel meer dan de Belg) z’n oldtimer inzette voor dagelijks gebruik. Maar de grootste winnaar is de Nederlandse schatkist. De belastingopbrengsten zijn er volgens het kabinet ‘aanzienlijk’.