Tegenwoordig heeft zowat elke verkoper van multimedia-apparatuur een installatie in huis die ‘3D-geluid’ produceert, maar in de meeste gevallen is dat niet écht zo. Dat komt omdat de kostprijs van een systeem dat effectief levert wat het belooft erg hoog ligt, en ook omdat er doorgaans een gebrek is aan luidsprekers. En als er dan toch voldoende van zijn, zitten ze op de verkeerde plaats ingewerkt of zit je met een versterker die helemaal niet toereikend is. Audi zegt daar verandering in te brengen. Zo zal de kersverse Q7 vanaf volgend jaar met de optie Audi 3D Sound kunnen worden besteld. Dat maakt deel uit van het Advanced Sound System van zowel Bang & Olufsen als Bose. Alles draait rond een ingenieus algoritme dat het signaal voor elke van de 23(!) luidsprekers (bij B&O) uitermate snel en precies zou berekenen.
Twee systemen, zelfde principe
Bij het Audi B&O Advanced Sound System stuurt een digitale signaalprocessor 11 kanalen naar alle luidsprekers, waarvan er enkele boven de hoofden van de inzittenden worden ingeplant. Dat moet ervoor zorgen dat de geproduceerde klanken op elke zitplaats even accuraat en harmonieus zijn. Vier luidsprekers in de A-stijlen zorgen dan weer met eigen kanalen voor spatiale hoogte, ook wel "de derde dimensie". En ook de 250 millimeter grotere subwoofer en een nieuwe versterker met maximaal 1.920 Watt dragen volgens Audi bij aan luisterplezier van hoog niveau. Het Audi Bose Surround Sound System is overigens perfect vergelijkbaar met de versie van B&O, maar telt in totaal 3 luidsprekers minder en zal goedkoper zijn.
Audi aan het woord
Aangezien het toch een complexe materie betreft, werd Audi om meer tekst en uitleg gevraagd. Dit was het antwoord: "Bij de eerste stap in het proces wordt de data van de muziekbron opgesplitst in de zogenaamde spatiale componenten – de benodigde informatie zit in de data ‘opgesloten’. Voorbeeld: als een artiest op een podium zingt, wordt het geluid via vloer, plafond en wanden weerkaatst. Via de vloer duurt dat enkele milliseconden, maar via een muur op 40 meter afstand al 200 milliseconden. Door deze reflecties te gebruiken, kan het algoritme een mathematisch model van een opnamestudio calculeren. Daarbij maakt de opnametechniek (mono, stereo of 5.1 surround sound) niet uit. Ook het dataformaat van de muziek en de muziekbron (online streaming, radio of CD) is niet relevant. De tweede stap bestaat uit het samenvoegen van de geluidsdelen zodat het muziekpatroon overeenkomt met dat in de originele opnamestudio. Dit vereist intensieve berekeningen en zal niet door iedere inzittende op exact dezelfde wijze geïnterpreteerd worden (geluid is immers heel persoonlijk), maar evenwel wordt er uiteindelijk een geluidsbeeld gecreëerd zoals de oorspronkelijke maker bedoeld heeft."