Lincoln is een automerk met geschiedenis. Het werd opgericht in 1917, maar het bleef niet erg lang onafhankelijk. Al in 1922 werd het overgekocht door Ford dat er ruim 7 decennia lang met meer dan behoorlijk succes kapitaalkrachtige Amerikanen mee verleidde. Het merk bestaat nog steeds, maar het werd de jongste jaren wat stiefmoederlijk behandeld. Het heeft nu vooral luxueuze derivaten van bestaande Ford-modellen in de catalogus. Maar daar komt verandering in.
Door het oog van de naald
Bijna was Lincoln er al helemaal niet meer geweest. Alan Mullaly loodste Ford bijna zonder kleerscheuren door de autocrisis die ervoor zorgde dat General Motors en Chrysler bij de Amerikaanse overheid moesten gaan aankloppen voor miljardensteun. Ford vaarde er wel bij, maar Lincoln kwam er maar bekaaid vanaf. En volgens insiders scheelde het geen haar of Mullaly had Lincoln gewoon geschrapt.
5 miljard dollar
Nu wordt Lincoln in ere hersteld. Ford heeft de wrange nasmaak na mislukte investeringen in een ‘Premier Automotive Group’ (met onder meer Jaguar / Land-Rover, Volvo en Aston Martin) doorgeslikt en wil nu weer het gevecht aangaan met de gevestigde, veelal Duitse, waarden. Die oorlog zal niet zonder slag of stoot verlopen, beseft het nieuwe bestuur bij Ford, en dus worden er middelen vrijgemaakt. 5 miljard dollar, om mee te beginnen. Lincoln mag met dat geld een compleet nieuw productportfolio ontwikkelen. Een nieuw platform dat zowel voor-, achter-, als vierwielaangedreven modellen moet kunnen dragen, is daarvan de eerste stap.
Het duurt ongetwijfeld jaren eer de Lincoln-revival tastbaar resultaat oplevert.