Het gaat niet zo goed met de Fiat 500L. En dat heeft niet zo vele te maken met het feit dat de vakpers er niet meteen wild van werd. Dat hoeft je als autobouwer niet meteen in de weg te staan (kijk maar naar de Opel Mokka). Het is zelfs niet omdat het model als slechtste uit een Amerikaans betrouwbaarheidsonderzoek kwam. Neen, het is vooral omdat het publiek ‘m ook niet zo leuk vindt. De met een 500-saus overgoten monovolume weet gewoonweg onvoldoende klanten te overtuigen. En daarom mag iedereen in de fabriek in het Servische Kragujevac naar huis. Voor even.
Tijdelijke tegenslag
Fiat zegt niet exact hoe lang de productie wordt onderbroken, maar zegt wel dat het gaat om een ‘tijdelijke tegenslag’ met ‘externe oorzaken’. Het is overigens niet de enige compacte monovolume die minder vlot over de toonbank gaat dan gehoopt. Ford moest ook de arbeiders die de B-Max (die weer wél erg goed bevonden werd door de vakspecialisten) bouwden tijdelijk naar huis sturen omdat er anders te veel onverkochte auto’s stonden te wachten op een nieuwe eigenaar.