Na een lange teasercampagne heeft Jaguar vandaag eindelijk het doek van de XE getrokken. Dat wordt de opvolger van de X-Type, al is dat vooral in principe. In de praktijk heeft het model natuurlijk niets meer gemeen met die verkoopsflop. Die stamt uit andere tijden - toen moederhuis Ford er nog de ingewanden van de Mondeo voor op de stoep dumpte.
Bijna helemaal in aluminium
De XE is fonkelnieuw en wordt grotendeels uit aluminium vervaardigd. Jaguar en Land Rover maken van het gebruik van dat lichte materiaal tegenwoordig een punt en Jaguar’s nieuwe BMW 3-killer is in dat segment meteen de leider. De voordelen zijn vooral te vinden in een lagere massa, wat de verbruiks- en prestatiecijfers gunstig beïnvloedt. De tweeliter dieseleenheid zal zo bijvoorbeeld niet meer dan 3,8l/100km verbruiken. Wie liever CO2-cijfers voorlegt mag er net zo gelukkig van worden: het is slechts 99g/km. De XE is ook enorm glad. Z’n cx van 0,26 is lager dan die van eender welke Jag uit de geschiedenis. Nog een primeur voor de XE: het is de eerste telg van het merk met elektrische stuurbekrachtiging.
Jaguar 3.0 V6 S
Wanneer de XE in 2015 in de catalogus verschijnt, is er ook meteen een potige versie bij. Dat wordt een drieliter zescilinder compressormotor die naar 100km/u sprint in 5,4 seconden. Hij is getooid met 20-duimers, wat meer welvingen op motorkap en enkele extra spatten chroom.
De prijs!
Exacte specificaties houdt Jaguar nog achter de hand tot op het Autosalon van Parijs. Er moet immers nog wat digitale inkt vloeien om de lancering te onderlijnen. Maar een Belgische prijs hebben we wél al. Tenminste - een indicatie. Hij zal er zijn vanaf € 35.000.