Jaguar Land Rover stelt z’n nieuwe motorenfamilie voor. Die heet Ingenium en is binnenshuis ontwikkeld. De productie ervan start nog dit jaar.
500cc per cilinder
Dat een bedrijf dat zich nagenoeg uitsluitend bezighoudt met de productie van terreinvoertuigen, sportwagens en ruimere luxewagens, de hete adem van de CO2-wetgeving in de nek voelt, is nogal wiedes. De Britten hebben daarom alvast de (dure) productietechnieken voor aluminium omarmd. Maar om in de toekomst competitief te blijven is er meer nodig. Zoals deze Ingenium gedoopte motorenfamilie.
De ingenieurs bedachten een sterk modulair motorblok, met een cilinderinhoud van 500cc per cilinder. Dat is zowat de industriële standaard wanneer het om verbrandingsefficiëntie gaat. De flexibiliteit heeft met een aantal zaken te maken. Vooreerst zijn er zo weinig mogelijk verschillen tussen de benzine- en dieselmotoren. Maar net zo belangrijk is de mogelijkheid om op basis van noodzaak cilinders toe te voegen of weg te laten. Zo zou een tweeliter viercilinder snel omgeturnd kunnen worden in een 1,5l driecilinder. In theorie is het dan een koud kunstje om twee blokken te combineren tot een 3-liter V6, of twee cilinder toe te voegen voor een zes-in-lijn met dezelfde inhoud. Of twee viercilinder te verlijmen tot een 4,0l V8.
Flexibiliteit
Natuurlijk zet het bedrijf in op flexibiliteit. Een actueel motorblok combineren met de verschillende aandrijflijnen en brandstofbesparende systemen is één van de grootste technische uitdagingen van vandaag. Zo moet de Ingenium motorenfamilie zowel inzetbaar zijn bij auto’s met vierwielaandrijving, achterwielaandrijving of louter voorwielaandrijving. Met een automaat of een handbak. Met of zonder hulp van de elektromotor. En natuurlijk moet er ruimte zijn voor start/stop-systemen, geavanceerde (elektrische?) turbotechnologie en diens meer…
Lage wrijving, optimaal rendement
Vanzelfsprekend gebruikt Jaguar de jongste technieken om de wrijving te beperken. Daaronder zit ook een nokkenas die niet pal in het midden van de motor ligt. Een architectuur die veel recente blokken gemeenschappelijk hebben. Om de verliezen zo veel mogelijk te beperken zullen de nieuwe motoren ook beroep doen op een elektronisch gestuurde olie- en koelingspomp. Die worden alleen ingezet wanneer noodzakelijk, met als bijkomende bonus dat de bedrijfstemperatuur van de motor sneller bereikt zal worden en de CO2 uitstoot derhalve daalt.
Volume is noodzaak
Dat Jaguar Land Rover tot op heden gebruik maakt van motoren die oorspronkelijk bij andere constructeurs werden betrokken (van Ford of de diesel-allliantie tussen Ford en PSA) is logisch. Het bedrijf draaide immers volumes die ruim onvoldoende waren om de ontwikkeling van een eigen architectuur te verantwoorden, laat staan een fabriek draaiende te houden.
De jongste jaren realiseerde Jaguar onder de kapitaalkrachtige vleugels van het Indiase Tata echter een grondige modelverjonging die de volumes van het bedrijf de hoogte in joegen. Dat Jaguar en Land Rover, onder meer door de komst van een nieuwe compacte Jaguar XE, verder inzetten op een toename van het afzetvolume bewijst ook deze Ingenium-architectuur.