De diesel is al decennia lang het geliefkoosde brandstoftype van de Belg. De brandstof genoot dan ook een voorkeursbehandeling, met onder meer lage pompprijzen tot gevolg.
Fiscaliteit en gebruikskost
De jongste jaren is er echter sprake van een kentering. Om te beginnen is diesel aan de pomp sneller duurder geworden dan benzine. Het prijsverschil tussen beide brandstofsoorten is daardoor geslonken. In 2013 was het nog 18 eurocent per liter, terwijl het in 2010 nog 25 eurocent was.
De Belgische fiscaliteit is dan wel ingesteld op CO2-uitstoot - iets waar diesels doorgaans wat beter in scoren, maar de grote korting op de factuur voor wagens met een lage CO2-uitstoot stimuleert veel consumenten om toch een benzinevoertuig te overwegen.
Vak- en belangenorganisaties, zoals de VAB, onderlijnen de jongste jaren erg vaak dat wie niet veel kilometers aflegt, beter af is met een benzinevoertuig. Niet alleen omwille van de aanschafprijs, maar ook omdat moderne diesels die spaarzaam gebruikt worden, hogere onderhouds- en vervangingskosten krijgen.
Dieselmarkt stabiel
Sinds de afschaffing van de korting op de aankoopfactuur is het aandeel diesel/benzine geëvolueerd van 76/24 naar 65/35. Na decennia ‘verdieseling’ bleef het aandeel van diesels stabiel op 62,3%, terwijl dat van de benzinewagens steeg van 36,5 naar 36,6%. Cijfers die overigens ook meteen leren dat het aandeel van de voertuigen met alternatieve aandrijfvormen te verwaarlozen zijn.
In absolute termen betekent het dat er in ons land sinds februari 2014 meer dan 2 miljoen benzinewagens in omloop zijn. Diesels? Ruim 3,4 miljoen. Wat meer cijfertjes vind je op onze facebook-pagina.