We worden door Audi inmiddels al maanden voorbereid op de komst van de nieuwe TT. De Duitsers zijn ongetwijfeld in hun nopjes met het traject dat de tweede generatie van het model aflegde, want aan de buitenzijde verandert er niet zo veel.
Evolutie
De TT staat sinds de eerste generatie te boek als een stijlicoon. Fans van de vormgeving hoeven zich alvast geen zorgen te maken. De derde generatie zal net zo makkelijk herkenbaar zijn als z’n voorgangers, ook al werd de stijl in het algemeen een stuk scherper. Dat is vooral te zien ter hoogte van de vouwlijn over de flanken, de milde knik in de achterste zijruiten (die volgens de constructeur spanning opwekt), de slanke lichtunits en de nieuwe, vijfhoekige grille.
Met een lengte van 4,18m is de Coupé op haar na even groot als z’n voorganger. De hoogte is met 1,35m zelfs identiek. Maar de wielbasis nam met 3,7cm toe tot 2,50m. De wielen staan dus wat meer op de hoeken dan voorheen. Dan rest ons enkel nog de breedte: 1,83m, dat is wat meer dan voorheen.
Noemenswaardig is de LED matrix-verlichting (we gaan ervan uit dat dat een optie wordt). Die is intelligent en kan op basis van GPS-gegevens al een bocht beginnen uitlichten nog voor aan het stuurwiel is gedraaid. Audi haalde ook de tankklep van de eerste generatie nog eens van stal, met z’n aluminiumlook en zichtbare bevestigingsbouten. Eronder zit trouwens geen extra dop meer. Gewoon openklikken en tanken.
Alle modellen krijgen twee grote ronde uitlaten, behalve de S-modellen die vier ovalen spruitstukken hebben. Ze zitten onderaan een kont met geïntegreerde koffervleugel. Die komt tevoorschijn zodra je 120 rijdt. Een S-pakket zal van meet af aan beschikbaar zijn, met onder meer andere bumperschilden, 18-duims wielen en een ophanging die 1cm verlaagd is.
Aluminium en staal
Audi combineerde aluminium en staal al voor de constructie van de vorige TT, en gaat ditmaal nog verder. 17% van het gewicht van het zelfdragende koetswerk is voor rekening van staal met een erg hoge treksterkte. Het wordt uiteraard vooral gebruikt op plaatsen die belangrijk zijn voor de veiligheid van de inzittenden en voor de stijfheid van de structuur. Anderzijds zijn onder meer de motorkap, zijpanelen en dak uitgevoerd in aluminium. In vergelijking met generatie 2 wordt een model onder meer daardoor zo’n 50kg lichter.
Interieur
Het interieur kregen we eerder al uitgebreid geserveerd. We overlopen nog even de belangrijkste wijzigingen met voorheen, en dan staat de digitale tellerpartij met stip op 1. Een groot LCD-scherm voor de bestuurder maakt een groot display in de middenconsole overbodig. En de Duitsers hebben ervoor gezorgd dat het aantal knopjes en schakelaars gevoelig werd beperkt. Kwestie van een meer serene indruk na te laten bij de inzittenden. Een tweede aardigheidje in de cabine zijn de ronde verluchtingsroosters met geïntegreerde temperatuurinstelling.
Aan boord blijft plaats voor vier inzittenden met volwaardige voorzetels en een achterbank die met wat goede wil dienst kan door voor noodgevallen. De koffer is inmiddels weer met 13l gegroeid, tot 305l. Bovendien is de achterbank neerklapbaar.
Motoren
Audi lanceert de TT en TTS op de markt met drie verschillende motoren. Ze hebben allen vier cilinderkamers, directe injectie en worden door een turbo opgehitst. Twee ervan jagen benzine door de injectoren, terwijl er ook één diesel voorhanden is.
De diesel, een tweeliter met 184pk en 380Nm krijgt steeds een handbak en beweegt zich via de voorwielen voort. De eenheid zet een verbruikscijfer van 4,2l/100km (of 110 g/km) neer, kan sprinten naar 100 in 7,2 tellen en haalt 235km/u.
“Pittig, zeker voor een auto die niet meer dan 6,8l/100km vraagt.”
De benzinemotor is een 2.0 TFSI die in twee versies wordt geserveerd. De eerste heeft 230pk en 370Nm en doet de sprint - alweer in combinatie met een handgeschakelde zesbak en voorwielaandrijving - in het beste geval in zes seconden. 250km/u is wanneer de begrenzer aan de teugels trekt. Bestel dezelfde eenheid met quattro vierwielaandrijving en een automaat met dubbele koppeling en er gaat zo maar even zeven tienden van de acceleratietijd.
De Audi TTS beschikt over een variant van hetzelfde blok met amper 10Nm extra trekkracht, maar wel 310pk. Quattro vierwielaandrijving is hier steeds present, maar Audi biedt je nog steeds de keuze tussen een handbak of een automaat. Jezelf vanuit stilstand naar 100km/u katapulteren kan in 4,7 tellen. Pittig, zeker voor een auto die niet meer dan 6,8l/100km vraagt.