Hij is er - de nieuwe Mercedes V-Klasse. De opvolger van de Viano (in personenwagenvorm) en de Vito (in bestelwagenvorm). Al is die laatste nog niet gepresenteerd. En die zal ook niet zo veel met deze V-Klasse te maken hebben, op het uiterlijk na. De aankleding van al het metaal wordt gevoelig anders. Een beetje zoals Volkswagen doet met de Transporter, Caravelle en Multivan.
Geen verrassing
Het uiterlijk van de V-Klasse is geen verrassing meer. Mercedes rijdt al maanden met gecamoufleerde exemplaren rond op drukbezochte plaatsen. Een truuk die het wel eens van Mini geleerd zou kunnen hebben. En het interieur kregen we eerder al te zien. Bovendien is de koets niet revolutionair. Het is de vorige generatie die aan een infuus van ‘premium' accenten heeft gehangen. In de koplampen vind je met wat goede wil wat S-Klasse terug.
Huiselijk
Het interieur lijkt dan weer in niets meer op dat van de voorganger. Vloeiende lijnen, een als een ipad tegen het dashboard gekwakt scherm voor het infotainment-systeem, leder tegen de bovenzijde en sfeerlicht door de ganse cabine. De eerste twee zijn zeker niet standaard, het laatste zit in de categorie ‘waarschijnlijk te betalen', maar voor de klant die hogerop wil bij het merk met de Ster, mag dat geen bezwaar vormen.
Inrichtingsmogelijkheden zijn er in grote getale. Je kan de twee achterste zitrijen voorzien van banken voor 3 personen (ombouwbaar tot een bed), of zetels voor twee. Draaibaar als je wil en met een opklaptafeltje (jaja, optioneel) ertussen geparkeerd.
Opdeelbare bagageruimte
Mercedes opteert ervoor om de achterruit van de kofferklep apart te openen. Dat heet dan opeens een Easy Pack achterklep, maar dat is maar de helft van het verhaal. Aan de binnenzijde kan je die immers combineren met een speciale ‘organiser', die ervoor zorgt dat je de facto twee laadniveaus krijgt.
Technologie
Mercedes tapt het vaatje van de S-Klasse behoorlijk leeg. Zo kan je alle lichtunits uit laten voeren in LED-technologie, is er een touchpad voor de bediening van het Comand-systeem, is er een geluidsinstallatie van Burmester met 16 luidsprekers en een subwoofer en kan je bijvoorbeeld zetels kiezen met verwarming en verluchting.
Rijden lijken we met z'n allen als een almaar moeilijkere klus te beschouwen - vandaar wellicht de indrukwekkende batterij radars, camera's en ultrasone sensoren in en om de V-Klasse. Alles om te helpen bij het parkeren, afstand houden, remmen, filerijden, dodehoekkijken en zo kunnen we nog wel even doorgaan. Zelfs bijsturen bij zijwind is er niet meer bij - ook dat doet de V-Klasse zelf.
Op comfortvlak noteren we vooral de komst van ‘agility control'. Een gestuurde demping die het onderstel permanent aan de omstandigheden aanpast.
Zuiniger met kleinere motoren
De V-Klasse ontsnapt evenmin aan de trend om - onder druk van uitstoot- en CO2-normen - kleinere motoren in te bouwen. Maar de zescilinder dieselmotor is toch gebleven (V 250 CDI). Drie liter groot, op diesel en met 190pk en 440Nm terwijl het verbruik - mede dankzij een zeventrapsautomaat - beperkt blijft tot 6,0l/100km.
De zespitter op benzine duikt niet meer op. Sterker nog, voorlopig is er geen enkele benzine. Een 2,1l viercilinder diesel met 136pk en 330Nm vormt de instapper met V 200 CDI op de kofferklep en de V 220 CDI puurt uit dezelfde eenheid 163pk en 380Nm. Hier moet je het wel stellen met een zesbak, maar het verbruik zakte niettemin tot 5,7l/100km of een CO2-emissie van 149gr/km.
Begin deze zomer hoort de V bij de dealer te staan. Er komen drie lengtematen. Van 4,90m tot 5,37m.