Het agentschap Wegen en Verkeer waarschuwt in grote delen van het land voor gladde wegen, terwijl koning winter voor het eerst z'n ijzige adem over het land blaast. Ingesneeuwd zijn we nog niet, maar we overlopen toch al even de belangrijkste tips voor rijden in gladde of onvoorspelbare omstandigheden.
Hou er in de eerste plaats rekening mee dat een auto enkel via de banden in contact staat met het wegdek. Een autoband heeft een raakvlak van amper 15 vierkante centimeter, dus is het belangrijk elk stukje rubber optimaal te benutten. We willen met andere woorden vermijden dat de trouwe vierwieler z'n eigen wil gaat uitoefenen, met alle gevolgen vandien. Auto55.be schotelt je alvast enkele tips voor die het verschil kunnen maken tussen een veilige thuiskomst en een onprettige aanrijding:
1. Verlaag je snelheid. Hoe sneller je rijdt, hoe groter de kans op verlies van controle. En hoe groter de kans op schade. Vooral in de bochten is een verlaagde snelheid een absolute noodzakelijkheid: hoe lager de snelheid in de bocht, hoe minder de wagen de neiging heeft naar de buitenkant van de bocht te glijden, waardoor je de controle gemakkelijker kan behouden.
2. Geef zachte bevelen. Een wagen in beweging wil altijd op koers blijven. Wil je van richting veranderen, doe dat dan zeer geleidelijk aan. Bruuske manoeuvres hebben in winterse omstandigheden immers een heel ander effect. Of geen effect, afhangende van de ernst van de situatie. Alle veranderingen - of het nu het sturen van de voorwielen, het accelereren of remmen betreft - moeten met de nodige omzichtigheid worden uitgevoerd.
3. Bouw tijd in. Met een schaatsbaan als ondergrond raden we aan veel vroeger te beginnen met remmen. En als je iemand wil inhalen, reken dan ook op een veel langere looptijd omdat je zachter moet accelereren en minder snel terug zal kunnen insnijden. Ga er ook van uit dat andere weggebruikers anders dan normaal zullen reageren. Hou dus ook meer afstand dan gebruikelijk. Zo'n drie keer de normale afstand wordt bij sneeuw en ijs als de regel beschouwd.
5. Elke plaats is anders. Elke brug, kruispunt of zijstraat kan veel gladder zijn dan je verwacht. Vertrouw dus niet op je ondervindingen van de afgelopen kilometers, maar behandel elke nieuwe situatie met hernieuwde aandacht.
6. Hoe gelijkmatiger de trekkracht, hoe beter. Dit is met name relevant als je een helling op moet: het is dan veel nuttiger om aan een goede aanvangssnelheid te beginnen en deze aan te houden dan traag te vertrekken en met veel gas tegen de slip te vechten. Probeer met andere woorden het koppel én zo laag mogelijk én zo constant mogelijk te houden. Bij koppelrijke wagens kan je overwegen steeds in een hogere versnelling te rijden en bijvoorbeeld in tweede versnelling te vertrekken. Het omgekeerde is waar als je een helling af moet: tracht de helling aan te vatten met een snelheid die je opportuun acht bij het uitkomen van de helling, en maak zo veel mogelijk gebruik van de motorrem om je snelheid onder controle te houden. Eens de wagen slipt met volle rembelasting op een helling, valt er nog weinig aan te doen.
7. 'Voel' je auto. Je wielen vertellen je een hoop over de toestand van de weg; kleine tegenstribbelingen, zijstapjes en dergelijke geven je een goede indicatie van de berijdbaarheid. Oudere modellen vallen in de regel beter te lezen, maar zijn minder - of niet - gezegend met actieve rijhulpsystemen zoals ABS, ESP...
8. Liever winterbanden. Ondanks de vooroordelen die sommige bestuurders nog steeds jegens dit type banden hebben, willen we nogmaals benadrukken dat winterbanden de veiligheid, tractie en controle ten goede komen bij winterse toestanden en daarom niet mogen ontbreken op de wagen van de weerbewuste chauffeur. Ons dossier terzake biedt daaromtrent (veel) meer duidelijkheid.
9. Durf remmen. Maar wat als het dan toch fout loopt en de auto begint te glijden? Ook dan zijn er technieken toepasbaar om de schade in te dijken. Zoals de rem volledig ingedrukt houden als je bij het remmen ervaart dat de wagen begint te glijden. Alle moderne wagens beschikken over ABS en het systeem kan pas goed werk verrichten als je de remdruk op peil houdt. Enkel als je niet over ABS beschikt, is het aangewezen om zelf pompend te remmen.
10. Kijk naar de oplossing, niet naar het probleem. Als je wagen begint te slippen, wat wil zeggen dat de auto je stuurinput niet meer volgt, haal dan de voet van het gas en rem (indien mogelijk) niet. Wat je daarna moet doen, daarover circuleren verschillende visies. Meesturen in de slip, sturen naar je doel, ontkoppelen... De waarheid is echter dat elke wagen anders reageert, en de omstandigheden ook de te volgen procedure beïnvloeden. Voorwielaandrijvers moeten op een andere manier gecorrigeerd worden dan achter- of vierwielaandrijvers, elk ESP systeem heeft zo zijn eigen manier van werken, de staat van de banden speelt een rol, het kan de voor- of achtertrein zijn die de controle verliest (of beide)... Heel concreet blijft het vooral belangrijk de snelheid te verminderen zónder te remmen. En te blijven kijken naar waar je naartoe wil, en zeker niet(!) naar de hindernis. Kijk je naar het obstakel waarvan je vreest dat je het zal raken, dan is dat exact wat zal gebeuren.