Op het Autosalon van Frankfurt draait het voor VW grotendeels om volumeproduct en cash-cow Golf VII. Enerzijds introduceert het merk een elektrisch exemplaar en een erg performante R-variant - het bewijs dat het gamma van de hatchback inmiddels zo goed als volledig uitgebouwd is. Anderzijds starten de Duitsers op dezelfde beurs met de derivaten. De Golf Plus is de eerste om nu ook op het MQB-platform te worden getransplanteerd. Dat brengt een lager totaalgewicht met zich mee maar is vooral in de instapversies ook wat minder geavanceerd.
De Plus heet voortaan Sportsvan. En samen met die erg marketinggeladen term krijgen we een koets geserveerd waarvan de uitstraling gevoelig werd bijgespijkerd. De Golf met waterhoofd is niet meer. Bovenop een wielbasis die meer dan 10cm toenam tot 2,68m rust een koets die slechts 1,3cm langer werd (tot 4,34m, al is hij nog steeds 8,3cm korter dan de Golf Variant). De kortere vooroverhang die één van de heilzame kenmerken is van het nieuwe onderstel, wordt gecombineerd met een proportioneel langere overhang. Dat zorgt voor een wat elegantere uitstraling.
De Sportsvan blijft trouw aan z'n positionering tussen segmenten in. Zo biedt hij nog steeds maar twee zitrijen, terwijl de Touran er drie krijgt, en is hij in vergelijking met die laatste ook nog steeds 5,6 cm lager en 5,9cm korter. Maar tegelijk erft het model wel enkele typische monovolumekenmerken. Een over 18cm verschuifbare achterbank, opklaptafeltjes voor de passagiers achteraan of opberglades onder de zetels bijvoorbeeld. Ook in het dashboard, dat VW-eigenaars erg vertrouwd zal ogen omdat het opgebouwd om steeds dezelfde componenten (tellerpartij, GPS-unit, controle-eenheid voor de klimaatregeling...) maar wat meer vertikaal werd opgevat als bij andere versies.
Het plaatsaanbod ging er zowel voor- als achteraan op vooruit. Volgens VW kan je de Sportvan vol mensen van 1,90m steken zonder dat één van hen zich oncomfortabel hoeft te voelen. Het laadvolume is natuurlijk afhankelijk van de positie van de achterzetels. En VW zegt dat de koffer met de achterste zit in ‘standaard' positie 74l meer bergruimte biedt dan in de Plus. Leg alles plat en er past 1.512l in - een verbetering van 62l. Met de passagierszetel vooraan opgeklapt (een optie op alle versies) kan je voorwerpen tot 2,48m laden.
Technologie is er ook, onderverdeeld in twee categorieën. Denk aan een verwarmbaar stuur, of massagestoelen als het op comfort uitkomt, en onder meer blindehoekdetectie, een radargestuurde snelheidsregelaar die in de stad ook zelf remt, rijstrookhulp in de tabel van de veiligheidssnufjes. Er is er ook eentje die het rijden wat levendiger moet maken, dat is het elektronische sperdifferentieel (een uitbreiding van de stabiliteitscontrole die werkt via de remmen). Dat zorgt ervoor dat het ingebouwde onderstuur wat minder snel de kop opsteekt en de Sportsvan iets beter kan doen alsof de eerste helft van z'n naam wat betekent.
De motoren zijn die van de Golf, en daarin heb je echt geen gebrek aan keuze. We tekenen daarom even de waaier uit. De turbo benzinemotoren (atmosferische blokjes zijn er niet meer) leveren minimaal 85 en maximaal 150pk. Dieselen kan met 110 of 150pk, al is daarbij vooral van belang dat de Bleumotionversie nu slechts 3,7l liter per 100km uit de tank doet verdwijnen. Dat is amper 95gr/km aan CO2-uitstoot. Start/stop is standaard op alle versies en wie liever niet zelf schakelt kan op nagenoeg elke versie een DSG-automaat aanstippen.