Dat de Japanners een ultrakrachtige Yaris voor ogen hadden is al even geen geheim meer, maar het exacte beschikbare vermogen werd pas vandaag meegedeeld. Zo leren we dat er maximaal 420pk op de wielen wordt losgelaten, waarvan 300pk uit een door Toyota Motorsport ontwikkelde 1,6l turbomotor gepuurd om de voorwielen van kracht te voorzien, en 120 paarden - door twee elektromotoren opgewekt - om de achterwielen aan te drijven. De gebruikte elektrocentrales zijn gelijk aan die uit de doordeweekse hybrideversie, fungeren als generator tijdens het remmen en geven de benzinemotor extra kracht bij het accelereren.
Net zoals bij de TS030 Le Mans racewagen wordt de remenergie opgeslagen in een super condensator. In vergelijking met een standaard NiMh hybride batterij, kent die een hogere energiedensiteit en snellere op- en ontladingstijden. Bij normaal gebruik geeft de super condensator de gewonnen remenergie af gedurende maximaal 10 seconden per laadbeurt en wordt de kracht van beide elektrische motoren tot 40pk herleid. Pas in circuitmodus kan je rekenen op een gecombineerd vermogen van 120pk gedurende ongeveer 5 seconden per laadbeurt.
En dan is er nog een derde elektromotor, ook weer 60pk sterk, die tussen de benzinemotor en de sequentiële overbrenging met 6 versnellingen gemonteerd is en als generator moet dienen in twee verschillende gevallen: tijdens het afremmen om de super condensator te laden en tijdens het optrekken om de elektromotoren achteraan onmiddellijk van kracht te voorzien. Dat gebeurt overigens enkel wanneer het vermogen en de trekkracht van de benzinemotor het grippotentieel van de voorwielen overtreft. De generator vervult dan de rol van een tractiecontrolesysteem dat het overtollige koppel onder de vorm van elektrische energie naar de achterwielen stuurt. Het komt enerzijds de prestaties op de baan ten goede, en zorgt er anderzijds voor dat de motorkracht niet hoeft te worden getemperd.
De elektrische motoren achteraan - één per wiel - hebben ook als taak het rijgedrag van deze snelle Yaris in de positieve zin te beïnvloeden tijdens het bochtenwerk. Zo kan de trekkracht van het linkse en rechtse wiel worden bijgestuurd indien nodig. In functie van de straal van de bocht kan het systeem meer koppel sturen naar het buitenste achterwiel (middelmatige bocht), het wiel afremmen (snelle bocht) of er één afremmen en één versnellen (trage bocht) om een giereffect te creëren voor een betere lijn, een kortere stuurslag en een vermindering van het onderstuur. Over prestatiecijfers wordt vooralsnog met geen woord gerept.