Dat de grootste Mini's met vierwielaandrijving een streepje voor hebben, is al lang geen geheim meer. De constructeur heeft dat begrepen en zal het systeem vanaf juli ook op de Cooper Paceman en Cooper Countryman aanbieden. Ze vervolledigen het ALL4-lijstje van beide koetswerkvarianten dat zich voorlopig tot de Cooper D, SD, S en John Cooper Works beperkt. Alle voorbeelden zijn gekoppeld aan een manuele zesversnellingsbak of een automaat met evenveel verzetten (optie).
De ALL4-aandrijfmethode maakt gebruik van een elektromagnetisch centraal differentieel en verdeelt de krachten op continu veranderende niveaus tussen de voor- en achteras. De elektrisch gecontroleerde toepassing is direct geïntegreerd in de DSC controle-eenheid (Dynamic Stability Control), waardoor de trekkracht snel en gericht wordt aangewend.
De Cooper Countryman en Cooper Paceman ALL4 worden in leven gehouden door een 1,6l viercilinder benzinemotor, 122pk sterk. Het maximale koppel bedraagt 160Nm (190Nm met automaat) en kan bij 4.250tr/min in volle glorie worden aangesproken. Het maakt het Countryman-sprintje naar 100km/u in 11,9 seconden mogelijk, terwijl de Paceman daar nog een tiende van afpietst. De versie met automaat is telkens twee tienden sneller. Op gebied van verbruik en emissie tenslotte is er geen verschil: zowel de avonturier als het grote stadskind lusten gemiddeld 6,9l/100km (7,5l automaat) en produceren onderweg 167g/km (175) CO2. Meer beeld van de Cooper Countryman ALL4 is er al in de special.