Heuglijk nieuws voor autosportfanaten: vanaf 2015 keert Honda na zes jaar afwezigheid terug naar de Formule 1. Niet met een eigen team, laat staan als motorleverancier van één of ander B-team. Maar wel als volwaardig partner van het gerenommeerde McLaren, de Britse sportwagenbouwer en F1-renstal waarmee het in de jaren tachtig en negentig van vorige eeuw al één van de meest succesvolle combinaties vormde in de F1-geschiedenis.
Downsizing is een wereldwijde trend, eentje waaraan ook de F1 niet kan ontsnappen. Vanaf volgend seizoen maken immers V6 motoren de dienst uit, met een cilinderinhoud van - hou je vast - amper 1600cc. Relevanter is echter dat daarmee ook de turbo's hun herintrede doen in de koningsklasse van de autosport, een technologie waarmee - niet geheel toevallig - het Japanse Honda aardig scoorde in het begin van de jaren tachtig. De combinatie van deze kleinere, wat meer aan de huidige markt aangepaste krachtbronnen en het groter belang die energierecuperatiesystemen (KERS) krijgen in het geheel van de aandrijflijn van toekomstige F1-bolides, was voor Honda voldoende motivatie om een terugkeer niet langer uit te stellen. Het Japanse merk rekent er niet alleen op dat de aanwezigheid in de F1 haar sportieve imago ten goede zal komen, maar gaat er ook van uit dat het inzetten van haar krachtbronnen op het scherpst van de snee ook zal bijdragen tot nog betere producten in het commerciële gamma. Terecht, want de F1 heeft heel wat innovatieve systemen doen ontstaan waarvan de aanwezigheid in elke hedendaagse auto als vanzelfsprekend wordt beschouwd.
Honda is trouwens al druk aan het sleutelen aan de nieuwe V6, en dit in haar R&D facility in Tochigi, Japan. Dat zal McLaren, dat dit jaar haar 50-jarig bestaan viert, graag gehoord hebben. Het team heeft het momenteel immers erg moeilijk om de toppers van het deelnemersveld het vuur aan de schenen te leggen in het huidige F1 kampioenschap. Als de geschiedenis een indicatie kan zijn van het te voorspellen resultaat van het hernieuwde Brits-Japanse huwelijk, ziet de toekomst er alleszins felroze uit. Tussen 1988 en 1992 won de McLaren-Honda tandem maar liefst acht wereldkampioenschappen en 44 Grote Prijzen, legde het beslag op 53 pole positions en tekende het 30 snelste wedstrijdronden op - en dat allemaal tijdens amper 80 wedstrijden. Voor de liefhebbers: de bolide uit het seizoen 1988, de McLaren-Honda MP4/4, won niet minder dan 15 van de 16 Grote Prijzen dat jaar, met aan het stuur twee legendarische piloten, Ayrton Senna en Alain Prost. Laat het dan ook duidelijk zijn dat zowel McLaren, Honda als F1-liefhebbers in het algemeen, reikhalzend uitkijken naar seizoen 2015.