Italdesign en de al even ronkende naam Giugiaro zijn tegenwoordig onderdeel van het steeds groter wordende Volkswagen-concern. Maar dat hoeft niet meteen een slechte zaak te zijn. Het Italiaanse stijlhuis lijkt immers weer zuurstof te hebben gevonden en pakt in Genève uit met niet één maar twee concepts. En ook de aanpak is fris - het zijn SUVs. Geen traditionele grote bakbeesten, maar echte sportievelingen met een grote bodemvrijheid. Voor wie de ‘Sport' in Sports Utility Vehicle nog niet vergeten was dus. Het resultaat werd Parcour gedoopt en bestaat meteen in twee smaken. Een gesloten editie in typisch Giugiaro-rood en een witte Roadster.
Om de sportiviteit te benadrukken koos Giugiaro voor een tweezitter met een middenmotor. Veel meer dynamisch dan dat wordt het niet. En hij lepelde maar meteen 5,2l V10 van Lamborghini in. En ook voor het koetswerk werd wat inspiratie bij het merk met de Stier op de motorkap gehaald. Tegelijk stipt de Italiaanse stijlgoeroe aan dat de overhangen kort zijn om ervoor te zorgen dat het voertuig optimaal uitdagend terrein te lijf kan gaan. Een goede ophanging speelt daarin een sleutelrol. En natuurlijk is die gestuurd. De minimale rijhoogte bedraagt 21cm, terwijl het maximum van 33cm menig terreinwagen jaloers maakt. Speciaal ontwikkelde Vredestein-banden op 22-duims lichtmetalen velgen moeten voldoende grip garanderen.
De koets kwam organisch tot stand, door eenvoudigweg rekening te houden met de technische krijtlijnen en het functionele karakter. Zo is de A-stijl losgekoppeld van de voorruit om de wind beter om de flank van de auto te geleiden, terwijl de achterruit juist dient om lucht naar de uitklapbare achtervleugel te gidsen. De 550pk sterke krachtbron is er ook van afhankelijk voor de aanvoer van koellucht. De achthoekige wielbogen zijn dan weer een zuiver esthetische oplossing. Met een conventioneel getekende wielkast zou de verhouding tussen wielopening en koetswerk zoek zijn, aldus het stijlhuis. De vlinderdeuren zijn vervaardigd in koolstofvezel.
In de neus zitten drie grote radiatoren die elk door een opening in de neus beademd worden. En er is nog een klein koffertje. Achteraan toont de krachtcentrale zich door glas aan de wereld.
Hoogtechnologisch en tegelijk minimalistisch - dat is hoe het interieur eruit hoorde te zien. Dat resulteerde in een elegant vormgegeven middentunnel die de passagier van de bestuurder scheidt. Bijna alle knoppen zijn ondergebracht op en rond het stuurwiel en ze zijn tot een minimum beperkt. Ook met informatieschermen is zuinig omgesprongen. Er is er één - voor de neus van de bestuurder en verzonken in de boordplank. Het scherm is onderverdeeld in twee zones. De bovenste toont de navigatie, terwijl de onderste helft de gebruikelijke informatie (snelheid, motortoerental, brandstofpeil...) weergeeft. Natuurlijk verandert de display van kleur wanneer de bestuurder voor de elektronisch gestuurde aandrijflijn een ander programma selecteert. Wit voor ‘Comfort', rood voor ‘Sportief', oranje voor ‘Off-Road' en blauw voor ‘Ice'. De spiegels zijn vervangen door camera's die hun beeld aan weerszijden van de hoofd-display projecteren. De bedieningselementen voor airco en infotainment-installatie vinden we dicht bij hun traditionele plaats: bovenaan de middentunnel in de plexiglazen boordplank.
In de ophanging zit behoorlijk wat denkwerk. De algemene lay-out is vergelijkbaar met die met eens systeem met horizontale veren en stoters (die de verticale kracht omzetten naar een horizontale beweging), maar hier wordt gebruik gemaakt van 8 meer traditionele veren waarin dempers verwerkt zijn. Twee per wiel. Op de weg werken maar vier schokdempers en veren, maar op terrein kan een hydraulisch systeem ook de overige veren inschakelen, waardoor de karakteristiek gevoelig wijzigt. De veerweg wordt een langer door terwijl de stijfheid in de ophanging reduceert (in essentie reageert die dan als een lagere, soepeler veer). Het moet de Parcour in staat stellen om grote putten en bulten met gemak te absorberen.
De 4,53m lange, 2,07m brede en 1,33m hoge tweezitter moet ermee in staat zijn op elke ondergrond indrukwekkende prestaties neer te zetten. Met 550pk en 540Nm in een koets die amper 1.550kg weegt, kan je dat natuurlijk verwachten. En de Parcours stelt niet teleur. De sprint naar 100 kan in 3,6 seconden en de top bedraagt 320km/u.