Land Rover pakt op het Autosalon van Genève uit met een geheel elektrisch studiemodel. En dat is niet gebaseerd op de fonkelnieuwe Range Rover of op de populaire Evoque, maar op de trouwe Defender.
De elektrische terreinbeul beschikt over 94pk en 330Nm trekkracht. Dat is wat minder dan de 122pk en 360Nm die het model standaard uit de bij de Freelander geleende 2.2l dieselmotor puurt, maar op het terrein is dat allemaal niet zo relevant. Daar profiteert het model eerder van de trekkracht die reeds vanaf stilstand geheel ter beschikking is.
In de 410kg zware batterijen zitten voldoende geagiteerde neutronen om het 80km uit te houden. Dat betekent bij ‘typisch offroadgebruik' ongeveer 8u ploeterpret. Daarna moet het model aan de lader. Ten minste 4u met een snellader of 10u met een conventionele stekker.
De Defender zet slechts 100kg meer op de weegschaal dan de productieversie, en kan daar in bepaalde omstandigheden zelfs voordeel uit puren. Bij het afremmen converteert de motor - die dan als dynamo fungeert- immers tot 80% van de energie weer om in batterijlading. Ook wanneer pakweg de afdaalhulp voor hellingen is geselecteerd. En dat snufje wat tot op heden niet eens verkrijgbaar op een Defender. Daarin moest je rechtervoet voor de snelheidsmatiging zorgen. Safari's worden door de werkingsstilte ook een stuk eenvoudiger. De dieren horen je immers niet aankomen.
Voor serieproductie is de Defender niet bedoeld. De Britten steken er gewoon even hun teen mee in het badwater. Dit jaar nog worden voor testdoeleinden zeven elektrische Defender gebouwd. Uit het beeldmateriaal blijkt in elk geval dat die niet vies is van een modderbad.