Wie zich toevallig met een stevig budget een supersportwagen dacht aan te schaffen, mag zich wel een ticketje Genève boeken. Daar beleven twee toekomstige toppers hun werelddebuut. Ferrari zal er de productieversie van de F70 (codenaam) voorstellen. En uit Engeland komt de nieuwe uitdager McLaren met de P1. De grote broer van de MP4-12C. De Italianen gaven al wat plaagbeelden van de buitenzijde vrij, en de Britten beginnen aan de onthulling in omgekeerde volgorde. Hier is het interieur.
Dat de P1 zichzelf op een radicaal dieet zet, dat kon je al raden. Maar de eerste informatie over de binnenzijde werpt toch licht op de ronduit maniakkale aanpak van het bedrijf. Natuurlijk is er erg riant gebruik gemaakt van koolstofvezel. Dat is er onder meer voor de hemelbekleding, de deurpanelen, de schakelaars, de zetelleuning en de middenconsole. Maar ditmaal is al dat materiaal ook gewoon ongelakt, terwijl er voor het glanzende uitzicht doorgaans een laagje vernis tegen wordt gegooid. In de ganse cabine zorgt die natuurlook voor een besparing van 1,5kg.
McLaren wil wel kwijt dat de P1 met onder meer airco, een specifiek ontwikkeld Meridian geluidssysteem en een navigatiesysteem een aangename auto om rijden moet zijn, maar dat betekent niet dat er geen radicale keuzes zijn gemaakt. Zo is het aantal schakelaars tot een minimum beperkt. Al dat gewicht, weet je wel. De zetels hebben maar twee standen. De eerste is met een rugleuning 28° voorbij verticaal. De tweede is 4° verder. Een verschil dat net voldoende moet zijn om comfortabel een helm te kunnen dragen tijdens een circuituitje. Wil je een afwijkende houding, dan heb je pech. Anderzijds weegt zo'n minimalistische stoel maar 10,5kg per stuk. Wat dan weer wel voorzien is, zijn montagehaken voor zespuntsgordels, bovenop de conventionele driepuntsexemplaren.
Het eerste beeld van het interieur vind je hier. Hoe de P1 er als concept uitziet, kan je dan weer in deze fotospecial bewonderen. De verschillen met de definitieve versie zullen minimaal zijn.