Prestaties zijn heilige huisjes. En al helemaal als het op performance-modellen aankomt. Als er RS, M of AMG op de kofferklep kleeft, dan moet de nieuwe generatie zichzelf sneller naar de 100 keilen dan de huidige, en liefst ook nog eens een snellere rondetijd neerzetten op de Nürburgring. Daar kan de constructeur dat wat voor op de perstamtam tokkelen. De ingenieurs hebben de weinig benijdenswaardige positie om dat te koppelen aan almaar strengere zuinigheids- en uitstootnormen. Dat de dikke atmosferische achtcilindermotoren van Mercedes' huistuner daarom aan de galg hangen, was al langer gekend. En stilaan begint er licht te schijnen op wat er in de plaats komt.
De vernieuwde E-Klasse mag zich in AMG-livrei verwachten aan een dubbel geblazen achtcilinder. Goed voor ruwweg 550pk en met een achttrapsautomaat om de omwentelsnelheid bij een rustig rijgedrag zo laag mogelijk te houden. De E AMG (met wellicht nog steeds '63' op de kofferklep, maar dat is nog niet bevestigd) wordt ook getrakteerd op integraalaandrijving. De voorwielen krijgen wel maximaal 33% van de trekkracht te verwerken, in plaats van 45% bij de meer dociele vierwielaandrijvers van het merk. Daardoor wordt de snelste E wel 60kg zwaarder, maar hij kan efficiënter (niet verwarren met leuker) over het circuit. Sommige markten zullen alleen vierwielaangedreven AMGs aanbieden, al ziet het er naar uit dat we in Europa voorlopig ook gewoon achterwielaandrijvers kunnen blijven kopen.
De C-Klasse AMG van de volgende generatie behoudt een V8, al wordt die wel stevig heet gewassen. Daardoor zal de cilinderinhoud zakken naar 4 liter. Compensatie komt er in de vorm van (je raadt het al) turbo's. In de wandelgangen wordt gefluisterd over een minimaal vermogen van 450pk, terwijl de centrale gemakkelijk tot 600 paarden op te kittelen is.