Een eerste poging om de aloude Kever nieuw leven in te blazen kende vooral in Amerika succes; bij ons kon de bolhoed niet echt boeien. De New Beetle was duur, plomp en weinig inspirerend. Hij kwam er dan ook in een periode die eenvoudige lijnen en vlakke oppervlakken dicteerde. Een tijd waarin de Audi TT in z'n tijdloze eenvoud zo vooruitstrevend leek dat er puur met de ogen werd gekocht. En die tijd is voorbij.
Waar VW afgelopen voorjaar mee op de proppen kwam kunnen we wel smaken. De aflopende achterpartij werd gekopieerd van het oermodel en de oude tekeningen onherroepelijk doorverwezen naar de prullenmand. Het origineel zal weliswaar nooit geëvenaard worden, maar met het resultaat viel te werken. De Beetle -zonder New deze keer- ging vrijwel onmiddellijk op in de trend van personalisering en komt zelfs gitaarfans tegemoet met een Fender-uitgave. Maar er ontbreekt nog iets.
Wat we krijgen is een cabrio met een elektronisch bediend canvasdak en een meegeleverde beschermhoes voor weer en wind - die nuttig schijnt omdat de kap in neergeklapte toestand achteraan 'ligt' en dus aan allerlei onprettigheden wordt blootgesteld. De constructie kan tot maximaal 30km/u worden geopend en gesloten. Een kofferruimte vind je achterin, daar waar de motor in de stille jaren lag, en die kan 225 liter aan met de achterbank rechtop. Ter vergelijking: de gesloten koets slikt in normale configuratie 85 liter meer. Op motorisch vlak verandert er uiteraard niets, de open vierzitter haalt z'n techniek van de klassiek gelijnde versie. Benzinegevoede TSI's kennen we als 1.2 (105pk), 1.4 (160pk) en 2.0 (200 pk), TDI's heten vooralsnog 1.6 (105pk) en 2.0 (140pk). De kleinste pitter van beide brandstofkampen is verkrijgbaar als BlueMotion. De cabrio wordt volgend jaar verwacht, maar is nu al op gevoelige plaat te bewonderen.