Het neoclassicisme, cubisme en modernisme stonden allemaal mee aan de wieg van de Art Deco beweging die tijdens de jaren twintig van vorige eeuw ontstond en z'n hoogdagen beleefde. De strenge symmetrie en eclectische mengeling van geometrische vormen (vaak geïnspireerd door de oudheid) stond toen in schril contrast met de organische, asymmetrische vormen van de Art Nouveau-beweging die in de decennia ervoor zo populair was. In 1925 was de Exposition internationale des Arts décoratifs et industriels modernes één van de motoren achter de populariteit van de stroming die later (pas in 1966) Art Deco gedoopt zou worden. Rolls Royce brengt in Parijs, waar ook de voornoemde tentoonstelling plaatsvond, hulde aan die excentrieke periode.
Aan de buitenzijde is aan de Phantom overigens weinig op te merken, maar in het interieur is wel één en ander aan de hand. De Britten kozen er immers voor erg sterke contrasten met leder in zowel zwart als wit. En met helder groene accenten. De Ghost hult zich in een koetswerk dat een combinatie is van Jubilee Silver en Cobalto Blue. Aan de binnenzijde zijn het vooral de motieven in de houtfineer die je naar de glamoureuze twenties moeten teleporteren. En dan is er nog een Drophead Coupé - dat is Cabrio voor de gewone sterveling - die zowel binnen als buiten baadt in de kleur Powder Blue.