Eind jaren '30 had Mercedes een hele kluif aan Auto Union. Het kwam vaak tot verhitte duels op de racebaan, tot de Tweede Wereldoorlog uitbrak en Rusland met de racebolides aan de haal ging. Paul Karassik, een Amerikaans verzamelaar, ging er jaren later naar op zoek. Hij wist twee exemplaren op te sporen en verscheepte die naar Engeland, om ze in de oorspronkelijke staat te herstellen. Beide wagens moesten het immers zonder koetswerk doen. Het ging om een 420pk-sterke Type D met supercharger uit 1938 en eentje met dubbele supercharger uit 1939, die 485pk opbracht. En een topsnelheid van 330km/u. Restaurateurs bij Crosthwaite & Gardiner werden met de opdracht belast en kregen daarvoor de hulp van Audi. Voor de huid ging men aankloppen bij Rod Jolley Coachbuilding.
In 1993 was de eerste herboren zoon een feit, het model uit '39 volgde een jaar nadien. En terwijl de enkel geladen versie al sinds '98 in de Audi-collectie staat te blinken, luidde de vraag enkel wanneer beide modellen herrenigd zouden worden. Amper acht seizoenen later sloeg Audi de bal al mis: de ontbrekende Type D ging naar een Braziliaanse Chinees die ook aan het verzamelen was geslagen. Of misschien zien we het verkeerd, want de voorbije jaren zou de man tevergeefs gepoogd hebben de wagen te verkopen, tot Audi's historische vleugel onlangs toehapte. Een verhaal met twee kanten.
Naast deze meesterwerkjes heeft het merk onder meer nog een Type C/D in de hallen staan, en ook in ons land wordt een horde mooie klassiekers gestald - in de Brusselse D'Ieteren Gallery, al blijft die vooralsnog gesloten voor publiek. Auto55 is eerder toch al eens binnengeglipt, en kon het een en ander op gevoelige plaat vastleggen. Geniet maar even mee.