Jaguar breidt z'n motorenpalet gestaag verder uit. Vandaag bestaat dat uit een 5-liter V8, met of zonder supercharger, een 2,2l viercilinder diesel en een 3-liter V6 op dezelfde brandstof. Nieuw zijn een tweeliter met vier- en een drieliter met zes cilinders, telkens met drukvoeding. De kleinste doet het met een turbo, de V6 krijgt een compressor.
De 3.0 V6 Supercharged is straks verkrijgbaar in twee versies, afhankelijk van de modellijn waarin ze toegepast wordt. De 340pk/450Nm-variant is straks te vinden in de XF en XJ; de 385pk / 465Nm-versie is er exclusief voor Jaguar's nieuwe F-type. Dankzij innovatieve technieken levert die laatste, met 127 pk per liter, het hoogste specifieke vermogen ooit voor een Jaguar-motor. Qua souplesse moet het blok in beide uitvoeringen uitblinken; het maximale koppel is namelijk al vanaf 1.800t/min beschikbaar.
De tweeliter turbo levert dan weer 240pk bij 5.500t/min en een trekkracht van 340Nm tussen de 1.800 en 4.000t/min. Deze motorvariant wordt leverbaar in de Jaguars XF en XJ en daarmee is het de eerste keer in de geschiedenis dat Jaguars topmodel het met slechts vier cilinders moet stellen. Beide nieuwe motoren zijn geheel uit aluminium en behalve relatief licht ook bijzonder compact. Twee kenmerken die de rij-eigenschappen ten goede komen en de uitstoot en het verbruik helpen reduceren. En ook op vlak van prestaties kan je niet klagen. De tweeliter moet zowel de XF als de XJ naar 100 stuwen in minder dan 7,5 tellen. Een achttrapsautomaat met een korte spreiding doet daar natuurlijk wel een duit in het zakje.