De Hyundai Genesis Coupé was (met V6) al de goedkoopste achterwielaangedreven sportwagen op de markt met meer dan 300pk. Maar dat betekent niet dat er geen ruimte voor verbetering was. Zo was het uiterlijk niet echt aangepast aan de Europese smaak. Nieuw plaatwerk, dat wordt gedomineerd door een compleet nieuwe snuit die op de Veloster geïnspieerd is, verhelpt dat euvel. Voeg er nog nieuwe bumperschilden (achteraan met een ingewerkte diffuser) en LED-achterlichten aan toe en de snelste Hyundai uit de catalogus kan er weer even tegen.
De Koreanen hebben zich niet beperkt tot optische aanpassingen. Ook onderhuids verandert er één en ander. De grote 3,8l V6 wint 44pk en houdt voortaan 347 paarden aan te teugels terwijl de trekkracht steeg van 361 naar 400Nm. Een tweeliter viercilinder turbo wekt nu 275pk en 372N op. Beiden zijn verkrijgbaar met een achttrapsautomaat, die de beste prestaties laat optekenen, en een handgeroerde zesbak. De tweeliter heeft een sprinttijd van 7,4, dan wel 7,2 tellen afhankelijk van de gekozen transmissie en de zespitter heeft slechts 6,1 of 5,9 tellen nodig. De viercilindervarianten hebben er bij 235km/u genoeg van maar de krachtigste uitvoering heeft een begrenzer nodig om ervoor te zorgen dat hij niet harder dan 260km/u loopt. Hyundai beweert dat de zescilinder niet meer dan 10,7l/100km verbruikt. Gek genoeg is die zuiniger dan de tweeliter.