De Amerikanen hebben al sinds mensenheugnis een fascinatie met modeljaren. Een auto, daar moet om de haverklap wat aan veranderen. De Mustang mag dan wel een icoon zijn, ook daar wordt met veel overgave elk jaar aan gepolijst. Verwacht je overigens niet aan grondige technische updates. Er zijn nu wel gestuurde dempers, je kan de stuurbekrachtiging instellen en tractie- en stabiliteitscontrole kennen verschillende standen, maar dat betekent niet meteen dat de Mustang geavanceerd is. Het is zoiets als een Buffel met manieren. En juwelen, want er zijn nu zowaar LEDs voor de verlichting. En xenonkoplampen - ook nieuw.
Andere aanpassingen omvatten een hertekende grille en luchtinlaat en een kont waarin de lichtunits zo veel aandacht opeisen dat je bijna zou vergeten dat ook het kofferpaneel is aangepast. Binnenin is er ook wat meer opsmuk - het 4,2" grote LCD-display om exact te zijn. En er zijn wat meer gadgets om je bezig te houden. Zo houdt de Mustang netjes je acceleratietijden bij en meet hij G-krachten. En alsof er helemaal geen crisis is, blijven de motoren zoals ze zijn. Toch wat standaardversies betreft.
Helemaal bovenaan het gamma komt er een nieuwe Shelby GT 500. Dat moet zowat de nieuwe Donkey Kong van de Muscle Cars zijn. Uit z'n drukgevoede 5,8l V8 haalt Ford liefst 650pk. Da's juist - dat zijn er meer dan de Mercedes SLS AMG of de Lamborghini Murcièlago, om er maar een paar te noemen. Over acceleratietijden geen nieuws, maar je kan die zoals omschreven in bovenstaande paragraaf natuurlijk gewoon zelf meten. De topsnelheid bedraagt 320km/u. In de VS kan je dat natuurlijk alleen op circuit halen. Wie dat ook effectief wil doen, stipt best nog even een limited-slip-differentieel en extra koeling aan in de optielijst. Dat is natuurlijk niet standaard aanwezig.