Aan de binnen- en buitenzijde verandert er nauwelijks iets, maar Mercedes wijzigt het motorenpalet van de E-Klasse wel. Vooral om het verbruik verder te drukken. Eerder kreeg ook al de Mercedes E 63 AMG een harttransplantatie.
De vernieuwde E 350 wordt nog steeds aangedreven door een 3,5l V6 op benzine. Die is echter herwerkt en wekt daarom 306 in plaats van 272pk op. Gevolgen voor de prestaties heeft dat gek genoeg niet. Zowel de sprinttijd van 6,3 tellen als de elektronisch begrensde topsnelheid van 250km/u blijven identiek. Het verbruik zakt echter met 20% tot 6,8l/100km en de CO2-afgifte zakt zo maar eventjes van 226 naar 159gr/km.
Bij de E 500 wordt de 5,5l V8 met 388pk omgeruild door een kleinere 4,4l achtpitter die het verschil in slagvolume compenseert met twee turbo's. Ook hier stijgt het vermogen, van 388 naar 408pk, maar is er evenmin sprake van fluksere acceleratietijden. Naar 100km/u accelereren duurt nog altijd 5,2 seconden. Het verbruik bedraagt voortaan 8,9l/100km, wat een daling van 17% betekent, en de CO2-emissie gaat van 253 naar 209gr/km.
Bij de dieselmotoren veralgemeent Mercedes dan weer een start/stop-systeem en recuperatie van remenergie. De viercilinders worden daardoor telkens een tikkeltje zuiniger. De E 220 CDI met 170pk vraagt 4,9l/100km en de E 250 CDI met 204pk verbruikt voortaan elke 100km 5,3l brandstof.