Lagonda werd opgericht in 1906 en in 1947 door David Brown gekocht en onder de hoede van Aston Martin geplaatst. En dat heeft er sindsdien zo goed als niets mee aangevangen. Het liet een bestaand Lagonda-model nog een tijd uitbollen en deed vervolgens niets tot de lancering van de Lagonda Rapide. Die bleef van 1961 tot 1964 in de catalogus, maar er werden slechts 55 exemplaren van gebouwd. In 1976 kwam dan de Aston Martin Lagonda - een excentrieke vierdeurs waarvan tot 1989 645 exemplaren geproduceerd werden.
Aston Martin broedt inmiddels al een tijd op een Lagonda-revival. Niet om klassieke berlines te bouwen, maar om luxueuze SUVs op de markt te brengen. In 2009 toonden de Britten een concept op het Autosalon van Genève, maar die kon op weinig bijval rekenen. Het project verdween weer in de ijskast en Aston Martin - dat gamma-uitbreiding hoog op de prioriteitenlijst heeft gezet - onderzocht de mogelijkheid om vierdeurslimousines te bouwen. Nu komt het bedrijf weer op z'n stappen terug. Het zegt dat de SUV die twee jaar geleden in Genève debuteerde alleen op vlak van vormgeving niet in de smaak viel. De idee was wel goed. Vooral in opkomende markten als Azië en Rusland heeft de luxe-SUV veel potentieel. Aston Martin denkt zonder verpinken van € 130.000 tot € 300.000 te kunnen vragen voor de meest exclusieve SUV ter wereld.
Voor het onderstel en de motoren onderhandelt het Britse bedrijf wellicht nog steeds met Mercedes. Aston Martin zou in ruil daarvoor een handje kunnen toesteken bij de productie van Maybach.