Het Spaanse automerk Santana geeft er de brui aan. De fabriek werd in 1958 opgestart om Land Rovers onder licentie te bouwen. De overeenkomst met de Britten liep tot 1983, maar ook erna bleven de Spanjaarden terreinwagens bouwen. Het bedrijf bracht z'n eigen interpretatie van de Defender op de markt en bouwde ook Suzuki's (Samurai en Vitara) onder de eigen merknaam.
De jongste jaren kreeg Iveco interesse in de activiteiten van Santana. De Fiat-Groep nam een belang in de fabriek en herlanceerde de van de Defender afgeleide Santana op de markt als Iveco Massif, en er was ook een compactere versie die Campagnola heette. Het heeft er alle schijn van dat beiden samen met de productieactiviteiten van Santana sneuvelt. In het totaal komen meer dan 1.000 werknemers op straat te staan. Voor bijna 800 onder hen is echter al een alternatieve regeling gevonden.