Om hun marktpositie te verdedigingen zoeken heel wat constructeurs hun heil in gamma-uitbreiding en proberen ze klanten te paaien met nieuwe snufjes en opties. Terwijl Renault met Dacia bewijst dat het anders kan. Met een handvol modellen, een no-nonsense politiek en producten die voldoen aan een reële vraag nestelt het Roemeense merk zich in heel wat Europese landen (waaronder het onze) in de top 15 van de automerken.
Die splinter in het oog van de concurrentie is inmiddels een balk geworden. Vooral bij PSA, dat al langer broedt op plannen voor een budgetmerk. Peugeot-Citroën heeft nog enkele ongebruikte merknamen in de ijskast zitten, die kunnen herleven in de vorm van een budgetmerk met een op Dacia geïnspireerd recept. Simca en Talbot zijn de bekendste, maar voor dit scenario is het meer voor de hand liggend dat Simca gekozen wordt. Dat merk stond eigenlijk altijd al symbool voor betaalbare mobiliteit, terwijl Talbot ooit furore maakte met briljante, schier onbetaalbare automobielen.
Simca, een acroniem van Société Industrielle de Mécanique et de Carosserie Automobile werd opgericht in 1934 om Fiats onder licentie te bouwen. Het eerste eigen model ontstond in 1951. In 1957 nam Chrysler een minderheidsaandeel in Simca, in 1963 werd dat een meerderheidsparticipatie en in 1970 werd het tenslotte omgedoopt tot Chrysler France. Het bedrijf kampte echter met financiële problemen en werd in 1978 verkocht aan Peugeot-Citroën dat het merk nog maar eens omdoopte naar Talbot en het vervolgens liet uitdoven. In de UK werd de laatste Talbot in 1992 geleverd, maar op het continent werd de laatste al in 1980 verkocht.