De huidige temperaturen laten er geen twijfel over bestaan. Koning Winter is in het land. Dat heeft een aantal gevolgen voor u en uw auto. We hebben een lijst opgesteld met wintertips die ervoor moeten zorgen dat het verblijf van bovenstaande Excellentie voor u zo vlot mogelijk verloopt. Hoewel vaak evident, zetten we alles even op een rijtje.
Het lijkt evident maar als je vertrekt met een aangevroren of besneeuwde auto, dan maak je die eerst vrij. Dat je de ruiten vrijmaakt, spreekt voor zich. Vergeet evenwel ook de verlichtingselementen niet. Grote hoeveelheden sneeuw op het dak, verwijder je ook best. Die gaan tijdens het rijden immers schuiven of vliegen, hinderen het andere verkeer of blokkeren het zich door de achterruit. Als je je auto voor langere tijd parkeert bij vriekou, is het aan te raden de ruitenwissers van de voorruit te verwijderen. Ofwel door ze op te klappen, of door er bijvoorbeeld een stuk karton tussen te steken. Dat verhindert het aanvriezen, wat op zijn beurt het rubber kan beschadigen. Dichtgevroren deuren trek je best niet meteen open. Geef eerst een duw op de deurklink. Dat werkt net zo goed om de deurrubbers te lossen, met een lager risico op beschadiging.
Probeer zo goed mogelijk voorbereid te zijn. We adviseren dat je de werking van de ruiten- en (indien aanwezig) koplampsproeiers controleert, de vloeistofniveaus bijvult en controleert of er voldoende antivries in aanwezig is. Mocht je onverwacht lang in de auto moeten doorbrengen (zoals duizenden automobilisten afgelopen jaar meer dan eens overkwam), dan is het een goed idee om een jas en handschoenen in de auto te hebben liggen. Hetzelfde geldt voor een goede zonnebril. Een winterzon kan het zicht ernstig beperken, zeker in combinatie met sneeuw of ijs.
Neem de tijd om je motor rustig op te warmen. Hoge toerentallen zijn af te raden met een motor waarvan de vloeistoffen (lees: olie) nog niet op temperatuur zijn. De meeste moderne wagens hebben overigens enkel een indicator die de temperatuur van het koelwater doorgeeft, niet de olietemperatuur. Koelwater warmt snel op, maar het duurt ettelijke kilometers langer eer de motor zelf een comfortabele werkingstemperatuur heeft bereikt.
Uiteraard pas je je rijgedrag aan. Dat betekent dat je voldoende afstand bewaart, maar bij sneeuw of ijzel is ook een aangepast schakelgedrag aan te bevelen. Gebruik steeds een zo hoog mogelijke versnelling. Op sneeuw of ijs vertrek je desnoods in tweede. Bij het remmen werk je zoveel mogelijk met de motorrem. Een versnelling terugschakelen is efficiënter dan te remmen en het ABS te activeren. Of combineer beide. Op een gladde ondergrond agressief insturen creëert onderstuur en abrupt gas lossen in bocht zorgt voor overstuur. Heb je een automaat, controleer dan of die over een winterstand beschikt. Hou er rekening mee dat ook stabiliteitscontrole werkt door wielen afzonderlijk af te remmen. Dat systeem is met andere woorden ook afhankelijk van de grip op het wegdek en kan je niet helpen als die niet bestaat.
Kom je bij sneeuw of ijs bij een helling of afdaling, begin die dan niet voor het vorige voertuig die hindernis volledig heeft genomen. Zo vermijdt je onaangename verrassingen. Wie rijdt met vierwielaandrijving komt op een gladde ondergrond uiteraard veel makkelijker weg - en dat versterkt het vertrouwen. Hou er evenwel rekening mee dat je geavanceerde aandrijving niet hetzelfde effect heeft op de remafstand.
Optimaliseer je grip. Temperatuur beïnvloedt je bandendruk. Die controleer je dus best even. Winterbanden doen wonderen, en kosten je op de totale levensduur van je auto slechts € 100/jaar. Terwijl zomerbanden al bij temperaturen lager dan 7 graden hun souplesse verliezen, blijven winterbanden soepel. In sneeuw zorgt het bandenpatroon ervoor dat de groeven niet opgevuld raken met sneeuw of een ijs. Wie nog geen winterbanden heeft, houdt tijdens december en januari best deze site en onze Facebook-pagina in de gaten. We geven elke twee weken een set weg.