Sinds de stevige winterprik van afgelopen jaar (de zwaarste in ons 10 jaar jonge millenium) is het alvast wat eenvoudiger geworden om de Belg van het nut van winterbanden te overtuigen. Tijdens de winter van 2009-2010 moet de VAB-wegenwacht een kwart vaker uitrukken voor bijstand bij ongevallen en registreerde de verzekeringssector liefst 50% meer schadegevallen.
Een winterband vergt evenwel een extra investering van de eigenaar, maar hoe groot is die? Volgens de bandensector bedraagt die niet eens € 100 per jaar voor een gemiddelde bestuurder. Een personenwagen wordt in ons land 7,8 jaar oud. Bij een gemiddelde jaarlijks gereden afstand van 15 à 20.000km verslijt je op die periode verslijt je op die periode 12 banden. Wie zeven winters met winterbanden rijdt, verslijt maar half zoveel zomerbanden naast 6 wintersloefen. Die laatste zijn een tikkeltje duurder dan een zomerband, maar het verschil blijft beperkt; zo'n € 10 / band. Hoewel het natuurlijk bij aanschaf van de auto de investering van een extra set rubbers vraagt, blijft het prijsverschil over de ganse levensduur van de auto dus beperkt. Elke lente en herfst je zomer- en winterrubbers laten wisselen (op dezelfde velg) kost je op zeven jaar tijd volgens de tarieven die vakorganisatie Federauto communiceert nog eens € 695.
De feitelijke kostprijs voor winterbanden blijft bij deze perfect gemiddelde waardes derhalve beperkt tot € 755 over de leeftijd van de auto. Of minder dan € 100 / jaar.