BMW wapent z'n bestseller tegen de tand des tijds; de 3-Reeks Coupé en Cabrio ondergaan een aantal esthetische en technische updates. Op het Autosalon van Genève, in maart, debuteert de nieuwe versie.
Zoals bij de autobouwer uit Beieren wel meer het geval is, brengt de facelift een assertiever voorkomen. De grille is groter dan voorheen en de breedte van de herwerkte voorbumper wordt benadrukt door een doorlopende luchtinlaat die op heel wat modellen met de obligate chroomlijst extra in de verf gezet wordt. De mistlichten en koplampen (nu met standaard bixenonverlichting) vooraan en het design van de achterlichtunits is eveneens nieuw. Voeg ook nieuwe velgendesigns en drie nieuwe kleurbaden toe, en je hebt het voornaamste gehad. Aan de binnenzijde wordt het keuzepalet uitgebreid met leder in een oesterkleur en sierlijsten in Bamboo Anthracite Grain.
Bij de motoren valt heel wat nieuws te rapen. Beide tweedeursvarianten krijgen nu de 2-liter viercilinder met 143pk en 190Nm onder de kap die 318i op de kofferklep krijgt. Die centrale is niet alleen zuinig (6,3l voor de Coupé, 6,6l voor de Cabrio) maar ook behoorlijk fluks. De gesloten tweedeurs rept zich in 9,1 tel naar 100km/u. Door open variant heeft 10,3 tellen nodig. De topper blijft de 335i. Die sprint in het beste geval naar 100km/u in 5,5 tellen. Je kan die met de hand schakelen met een zesbak of het werk overlaten aan een gerobotiseerde 7-bak met dubbele koppeling.
De 320d dieselcentrale wordt voor de gelegenheid 7pk en 30Nm rijker. De viercilinder komt daardoor op 184pk en 380Nm. Bij een marginaal lager verbruik zorgt dat bij de Coupé voor een sprinttijd van 7,5 tellen en een top van 237km/u. De Cabrio is even snel maar vraagt in de sprint 8 tienden meer geduld. De 325d, een drieliter zes-in-lijn, gaat van 197 naar 204pk en levert voortaan 430Nm trekkracht. De sprint wordt ermee afgehaspeld in 6,9 tellen (7,5 voor de Cabrio) en de top blijft steken op 244km/u bij een verbruiksgemiddelde van de respectievelijk 5,7 en 6,1l/100km.