De 911 Turbo is een fenomeen, maar ook dat moet geupdate worden. En daarom brengt Porsche nu ook een licht opgefriste geblazen variant op de markt. Die krijgt wat uiterlijke opsmuk. Wie wil speuren naar wijzigingen concentreert zich best op de lichtunits en de bumperschilden. En natuurlijk zijn er nieuwe kleurtjes, velgen en interieurbekledingen.
Belangrijker nieuws is er onderhuids. Porsche neemt immers afscheid van de dubbel geblazen 3.6l boxer en lepelt nu een "flat six" van 3,8l tussen de achteras en de achterbumper. Die is niet alleen voorzien van een dubbele turbo met variabele geometrie, maar beschikt ook over directe benzine-injectie en een variabele sturing van zowat alles wat variabel te sturen valt - traploze nokkenasverstelling voor de lift-regeling van de in- én uitlaatkleppen, een gestuurd inlaatkanaal en een gestuurde uitlaatklep. Dat laatste heeft evenwel meer met de geluidsnormen dan met het vermogen te maken. De stal van de Turbo wordt uitgebreid en omvat nu exact 500 paarden. En je kan de PDK-zevengangswissel met dubbele koppeling bestellen als je de schakeltijden tot nul wil reduceren. Daar kan je ook zelf mee schakelen; met (nieuwe) flippers aan- of knoppen op het stuurwiel.
In z'n meest extreme instelling (Sport Plus) en met launch control ingeschakeld knalt de nieuwe turbo zich in 3,4 tellen naar 100km/u. De pijp is uit bij 312km/u. Behalve de naakte cijfers, moet ook de rijsensatie aangescherpt zijn. Het elektrische differentieel dat de krachtverdeling tussen de voor- en achteras van de immer vierwielaangedreven Turbo verzorgt, is opnieuw geprogrammeerd. Het is de achtertrein wat gunstiger gezind en dat moet een meer dynamisch rijgedrag opleveren. En als dat toch onvoldoende zou blijken is ook de stabiliteitscontrole herzien om de bestuurder meer speelruimte te geven. Bij dat alles werd de 911 Turbo ook zuiniger. Het verbruiksgemiddelde daalt tot amper 11,4l/100km of een CO2-emissie vanaf 244gr/km (versie-afhankelijk). De versies met automaat worden tot 18% zuiniger.