De kleinste uit het Jaguar-gamma wordt geschrapt na acht jaar moeizaam proberen. In totaal vonden zowat 350.000 klanten deze op Mondeo-basis gebouwde Jaguar de moeite om er een bestelbon voor te tekenen. Zijn verhaal begon op het salon van Genève in 2001, als regelrechte concurrent voor de Audi A4, BMW 3-Reeks en Mercedes C-Klasse. Ambitieus, maar met het ontbreken van een dieselmotor bij de start, zag de toekomst er niet zo rooskleurig uit. De X-Type die in de zomer van dat jaar bij de concessies verscheen, straalde nochtans een 'volwaardig Jag-sfeertje' uit. Maar onder de kap kon de geïnteresseerde koper enkel kiezen voor een 2.5 en 3.0 V6 benzinemotor. Bij de voorstelling van de X-Type verraste Jaguar bovendien met de keuze voor permanente vierwielaandrijving. Een half jaartje later, op het Brusselse autosalon editie 2002, verscheen een fiscaal aantrekkelijker 2.0. Nog nooit in zijn geschiedenis had het Britse klassemerk een krachtbron met zo'n kleine cilinderinhoud - 2099 cc - aangeboden. Er werd daarvoor vertrokken vanuit de bestaande 3.0 en 2.5 motorblokken, waarvan de slag verkleind werd om tot de gewenste cilinderinhoud te komen. Om echter desondanks over een pittige motor te kunnen beschikken, dienden heel wat technische ingrepen te worden uitgevoerd. De 2 liter werd net als de andere krachtbronnen uit het X-Type gamma gevolgd door een manuele 5-bak. Optioneel stond een elektronisch gestuurde vijftraps automaat in de prijslijst, met het beroemde J-rooster. De gekozen aandrijftechniek was niet minder verbazend, daar hoogst ongewoon voor het huis uit Coventry: wie had ooit gedacht met een voorwielaangedreven Jaguar op pad te gaan?
Op het salon van Genève 2004 verbaasde Jaguar alweer, door het X-Type programma aan te vullen met een heuse break, de X-Type Estate. Daar kwam ook nog de lang gewenste dieselmotor bovenop. Midden oktober 2007 werd een facelift aangekondigd voor de Jaguar X-Type. Het ging zowel om optische als technische ingrepen, goed voor 500 nieuwe componenten. Onder de motorkap verscheen een 2.2 dieselmotor, gekoppeld aan een zestrapsautomaat. Het stopzetten van de kleine Jaguar kost zowat driehonderd mensen hun baan in de fabriek in het Britse Liverpool.