BMW heeft de X5 en X6 met een M-sausje overgoten. De twee uit de kluiten gewassen krachtpatsers werden samen gepresenteerd op het Autosalon van New York. Niet verwonderlijk, want beide producten zijn technisch sterk verwant (lees: gelijk).
De M-versies krijgen beiden een opgekittelde 4.395cc dikke V8 onder de kap. De basisarchitectuur van dat blok kennen we al uit de X6 xDrive50i. Tussen beide cilinderbalken zitten niet één maar twee turbo's die het vermogen van 400 naar 555pk stuwen. En de trekkracht zwelt tot 680Nm, die bovendien permanent ter beschikking is tussen 1.500 en 4.300t/min. De kolossen zijn dan wel niet van de lichtste, ze sprinten beiden toch naar 100km/u in 4,7 seconden. Dat is net zo snel als de BMW M5. De topsnelheid is afgeregeld op 250km/u, tenzij je bij aankoop bij BMW een speciale rijopleiding volgt. Dan gaan beide auto's 25km/u langer door. Vanzelfsprekend horen opgewaardeerde remmen en een sportophanging, met inbegrip van instelbare dempers, tot het pakket. Helemaal nieuw is de automaat. M voorziet beide modellen van een zestrapsautomaat van het conventionele type, en dat is voor het eerst. Andere M-producten hebben een handbak, een gerobotiseerde sequentiële gangwissel of een bak met dubbele koppeling. Wie de D of S-posities te saai vindt, kan zelfs schakelen middels flippers aan het stuurwiel. Dynamic Performance Control regelt de aandrijfkracht niet alleen tussen de voor- en achteras, maar ook tussen beide achterwielen. Kwestie van het vermogen zo efficiënt mogelijk te verdelen.
De afgetrainde M's zitten uiteraard strak in het pak. Geprononceerde wielbogen, 20-duims lichtmetaal, andere bumpers, vier uitlaten, de suggestie van een achterdiffuser en grote gapende luchthappers moeten op de weg respect afdwingen. Aan de binnenzijde mag je je verheugen op sportmeubilair, een dikkere stuurvelg met rood-blauwe stiksels, een specifieke, nog opgewaardeerde aankleding en een instrumentarium volgens M-recept. Met het obligate logo én een variabele rode zone in de toerenteller.