Op de NAIAS in Detroit mag ook een Amerikaanse mastodont als Lincoln niet ontbreken. Alleen is die mastodont dit jaar eerder klein uitgevallen. De Concept C van de Ford-dochter heeft wel de breedte van de sleeën die Lincoln graag op de thuismarkt aan de man brengt, maar erft er niet de lengte van. De Concept C is naar traditionele Amerikaanse normen dan ook compact. En daarom grijpt Lincoln naar wit voor de aankleding van het interieur. Dat versterkt de ruimtelijke indruk. En ook het glazen dakpaneel (waarvan de vorm aan het kruis in het logo van het merk doet denken) moet de claustrofobie van de Amerikanen temperen.
De ontwerpers zijn overigens vooral aan de binnenzijde uit de bol gegaan. De boordplank is atypisch - ze omvat immers geen traditionele wijzerplaten of druktoetsen. Alles is ondergebracht in een digitaal paneel. Grijze houtdecoratie moet het monotone wit breken. Het stuurwiel heeft geen spaken maar rolt door een centrale voet voor een onbelemmerd zicht op het instrumentarium. Het zitmeubilair knipoogt naar het verleden van de constructeur, omdat het uit ononderbroken banken bestaat, maar door ook de benen te ondersteunen wordt een sfeer van ontspanning gecreëerd.
Aan de buitenzijde vallen vooral de dikke neusvleugels van het model op. Die zijn ook te vinden op de productiemodellen van het merk. En natuurlijk de uitgesproken schouders. Die dienen om het model ondanks z'n (relatief) compacte afmetingen een stoere pose te verlenen. Onder de kap zit een kleine 1.6l turbo benzinemotor met directe injectie die goed is voor zo'n 160pk. Die wordt aan een zestrapsautomaat met dubbele koppeling gekoppeld. Een centrale die zo in een productieversie zou passen, al is het typische Lincoln-cliënteel naar verluid nog aan het wennen aan zes- in plaats van achtpitters. Zijn er productieplannen dan? Wellicht niet, maar omdat downsizing -noodgedwongen- nu ook een opmars kent in de VS, weet je maar nooit. Ford test hier alvast of Lincoln met een kleintje weg zou komen...