Audi kondigde de potige dieselversie van de Q7 eerder al aan, maar nu pas is het model er ook echt. Onder de kap van de grote SUV komt de krachtigste dieselcentrale die ooit in een Audi te vinden was. En het is ook meteen de eerste V12 diesel voor een passagiersvoertuig. Ooit. De centrale is afgeleid van de motor van de R10 racewagen waarmee het merk met de vier ringen in de international Le Mans raceklasse het mooie weer maakt. Z'n slagvolume bedraagt liefst 6 liter. De vermogenscurve tikt af bij 500pk en de koppelcurve laat zelfs 1.000Nm opmeten. We hoeven je niet te vertellen dat de Q7 met zo'n dik blok onder de neus geen lichtgewicht is. Maar dat hinder niet. Het gevaarte katapulteert zich in amper 5,5 tellen naar 100km/u en weet van geen ophouden. Bij 250km/u komt er een begrenzer aan te pas.
Toch wil Audi niet alleen de kracht van het blok onderlijnen. De V12 (in een hoek van 60°) is volgens de constructeur bijzonder trillingsarm. Het blok heeft recht op een common-rail directe injectie van de allerlaatste generatie. Die genereert een inspuitdruk tot liefst 2.000 bar. De inspuiting is voor rekening van piëzo-elektrische injectoren die tot drie inspuitingen per verbrandingscyclus aankunnen. Twee turboladers met een druk van maximaal 2,7 bar helpen meer lucht in de cilinders. In verhouding tot z'n vermogen en volume is het verbruik zeer bescheiden. Audi beweert dat de gemengde Europese cyclus hooguit 11,3l/100km vraagt. Twee partikelfilters zuiveren de uitlaat van kleine stofdeeltjes.
De Audi Q7 V12 TDI heeft vanzelfsprekend recht op een potiger uiterlijk. Belangrijker zijn echter de onderhuidse wijzigingen. Een aangepaste ophanging moet helpen om de grote koets in toom te houden en er worden flink grotere remmen gemonteerd om het gevaarte gestopt te krijgen. En dat is geen understatement. De schijven hebben een diameter van 20 duim (!!). En ze zijn van het ceramische type, versterkt met koolstofvezel.