De carrière van de C4 begon in 2004 en het succesmodel (want de verkopen overstijgen die van voorganger Xsara) is inmiddels toe aan een opfrisbeurt. Die omvat de gebruikelijke stilistische wijzigingen -waarover dadelijk meer- maar brengt vooral een nieuwe benzinemotor.
Voor de benzinerijder is de blikvanger een nieuwe 1.6l, die zich in liefst drie versies tussen de voorwielen nestelt. Een eerste atmosferische variant levert 120pk. Daarboven vinden we meteen een turboversie die goed is voor 150pk en er is tot slot een versie met 175pk (die destijds debuteerde in de Mini Cooper S). Die laatste is niet meteen leverbaar.
Citroën heeft het uiterlijk opgefrist door wat rijkelijker met chroom te strooien, en de neus en kont van het model langs de operatietafel te sturen. De drie- en vijfdeursversies zoeken nu wat meer hun eigen weg. Dat is een trend. De motorkap is bij beide versies boller. Het bumperschild eronder hoort bij de vijfdeurs ‘sportieve elegantie' te evoqueren, terwijl de vorm van de grote bumpergrille van de driedeursvariant een vleugje agresseviteit wil opwekken. En uiteraard is het merkembleem van de constructeur ingewerkt volgens de laatste trends. Achteraan krijgt het bumperschild eveneens een kuur. En om de uiterlijke aanpassingen af te ronden melden we nog even de vernieuwde lichtblokken. Door de nieuwe bumperschilden is het model voortaan ook 1,5cm langer. Het interieur kent geen ingrijpende wijzigingen. Zoals bij een facelift meestal het geval is, zijn de kunststoffen vervangen door die van een nieuwe generatie. Die zien er beter uit en voelen aangenamer aan. En de stoffen-afdeling bestelde nieuwe bekledingen. De vernieuwde C4 debuteert op 26 augustus op het Russische Autosalon.