Giotto Bizzarrini is een grote meneer in de autosector. Hij startte destijds z'n carrière bij Alfa Romeo, hij was als ingenieur onder meer bij de bouw van de Ferrari 250 GTO betrokken, had de hand in de Lamborghini Miura, Iso Rivolta... en had in de jaren zestig zelfs z'n eigen automerk. Toen dat in 1969 ter ziele ging, stelde hij z'n expertise ter beschikking van de concurrentie. En die rol vervult de nu 82 jaar oude ingenieur nog steeds. Af en toe stak z'n merknaam nog even de kop op. In 1990 bouwde hij de ZE-2001 op basis van de Ferrari Testarossa. In 1998 realiseerde hij een project (Kjara) in samenwerking met de Universiteit La Sapiencia di Roma en in 2005 stond op het Autosalon van Genève een GT Strada 4.1 onder de merknaam Bizzarrini te blinken. Geen van deze projecten was voorbestemd om in productie te gaan. Maar deze p538 van de Scuderia Bizzarrini hoort wél van de productieband te gaan lopen, zij het -uiteraard- in bescheiden aantallen.
Voorlopig bestaat de P538, getekend door de Duitser Stefan Schulze en gebaseerd op de gelijknamige Bizzarrini uit '67, enkel in digitale vorm. De veerkrachtige Italiaan werkt nog aan de financiering van het avontuur. Het recept is alvast bekend. Net als bij z'n sportwagens van weleer wil hij een Amerikaanse V8 koppelen aan lichtgewicht mechaniek. Giotto heeft z'n oog laten vallen op de 7.0l V8 uit de Corvette. Die levert iets meer dan 500pk. Destijds monteerde hij de motor centraal achter de vooras maar voor het passagierscompartiment. Ditmaal wil de ingenieur uit het Italiaanse Livorno de motor centraal voor de achteras (dus achter de inzittenden) ophangen. Het open koetswerk zou maximaal 1.200kg mogen wegen, wat belooft voor de prestaties. En over een meer comfortabele gesloten versie, die meer geschikt zou zijn voor straatgebruik, wordt al luidop nagedacht.