Het stond in de sterren geschreven dat Audi z'n A3 op een tweede opfrisbeurt zou trakteren. Die werd immers door de A3 Cabrio aangekondigd. De uiterlijke wijzigingen zijn weinig ingrijpend maar zorgen voor een grotere visuele impact. Het recept is klassiek; de bumperschilden worden voor- en achteraan herwerkt en er zijn nieuwe lichtblokken. De koplampunits omvatten steeds dagrijverlichting met LEDs en in de achterlichten van de Sportback (de vijfdeurs) trekken fijne lichtlijnen de aandacht. Eigenaardig genoeg profileert de vijfdeurs zich als de meest dynamische telg. De driedeurs behoudt z'n eerder conservatief ogende kont. De nieuwe bumpers maken de versie met het minste portieren wel dik 2cm langer, terwijl de lengte van de vijfdeurs niet beïnvloed wordt.
De binnenaanpassingen die de A3 Cabrio te beurt vielen, waarbij de aandacht vooral op meer dynamisme en hoogwaardiger materialen lag, vinden we nu ook in deze versies terug.
We overlopen nog eens het motorenaanbod. Dat omvat vijf benzines; 1.6, 1.4 TSI, 1.8 TFSI, 2.0 TFSI en 3.2 V6. Dieselen kan met de eeuwige 1.9 TDI (pompverstuivers) of een 2.0 TDI (common-rail) die bestaat in vermogensversies met 140 of 170pk. De kers op de slagroomtaart is de S3, die door een 265pk sterke 2-liter viercilinder met een knoert van een turbo in amper 5,7 tellen naar 100km/u wordt gejaagd. Voorheen was die enkel als driedeurs leverbaar, maar voortaan lepelt Audi de motor ook in de Sportback in. Die is één tiende langzamer.