Toyota stelt in Detroit de A-BAT voor. De zoveelste voorbode van een compacte pick-up, maar deze heeft wél potentieel. Het probleem met het ontwerpen van een compacte pick-up is dat hij haast even veel kost als een exemplaar dat in de VS als ‘Full Size' bestempeld wordt. De Amerikaanse designstudio van Toyota denkt daar nu wat op gevonden te hebben, want deze A-BAT krijgt net als een conventionele auto een zelfdragend koetswerk. Dit in plaats van een ladderonderstel. Dat scheelt in de centen en het rijgedrag wordt er gevoelig beter door. Het kost ongetwijfeld wat aan belaadbaarheid en terreineigenschappen. Toyota profileert de A-BAT daarenboven als milieuvriendelijk. Door z'n compactere aandrijfaggregaat enerzijds en vooral omdat zonnecellen op het dak energie opwekken voor alle snufjes aan boord. Daar hoeft de motor dus z'n brandstof niet aan te verspillen.
Om in het interieur plaats te vinden voor vier inzittenden, is het passagierscompartiment ver vooruit geschoven. De A-stijl begint al boven de voorste wielkasten. Ook dat cab-forward-design kennen we van moderne personenwagens. Om ervoor te zorgen dat er toch wat laadcapaciteit is, kan de laadklep achteraan in een horizontale positie verankert worden. Door dan ook nog de achterbank neer te klappen en het tussenschot weg te toveren, wordt de laadvloer dubbel zo lang als tevoren. Als de reacties positief zijn, duikt het management in de cijfertjes. Of de A-BAT dan als Toyota gecommercialiseerd wordt, is nog maar de vraag. Scion, het Amerikaanse jongerenmerk van Toyota, wou immers zo'n instapper. Het gerucht gaat dat Toyota dit studiemodel bij Scion gekaapt heeft. Kwestie van de publieke opinie even te sussen over de gigantische benzineslurpende Toyota Pick-Ups die het Japanse merk in de VS aan de man brengt.