Ruim drie jaar na de marktintroductie van de vijfde Golf-generatie komt er dan toch een break op de markt. Volkswagen opteerde ervoor om eerst de Golf Plus (met monovolume-allures) op de markt te zetten. De neus heeft evenwel meer weg van de Jetta (op zijn beurt weer de opvolger van de Bora die destijds -jawel- de Jetta afloste), dan van de huidige Golf. De verchroomde grille is er zelfs rechtstreeks van overgenomen. Dat op de kofferklep toch de naam Golf prijkt, is dus vooral een marketingtechnische beslissing geweest. Dat geven ze in Wolfsburg ook zelf toe. De Golf Variant begint z'n leven met een lange reis, want het model wordt in Mexico aan de zijde van de Jetta gebouwd. Net als bij die sedan, lijkt de vormgeving ervan vooral op Amerikaanse smaak afgestemd. De kont vertoont weinig of geen overeenkomsten met reeds bestaande VW's. Omdat de achterbouw wat in omvang toeneemt, bedraagt de minimale laadcapaciteit een indrukwekkende 690l. Vanzelfsprekend kan de achterbank plat. In dat geval slikt de Golf Variant 1.550l.
Onder de kap vinden we een 1.6 benzinemotor met 102pk en een de dubbel geblazen 1.4 TSI die er behalve in de reeds gekende 140pk-uitvoering ook in een versie met 120pk komt. Bij de diesels zijn er geen verassingen; een 105pk sterke 1.9 TDI en een 2.0 TDI met 140pk (in ons land levert die om fiscale redenen 4 paardjes in). Die TDI's blinken uit in zuinigheid. De eerste doet 100km met 5,2l en ook de maximaal 205km/u snelle 2.0 TDI neemt met 5,6l/100km genoegen. Aan het begin van de zomer is het model leverbaar.