Herstellingen aan moderne auto's zijn omwille van de complexe techniek meestal heikel. Toch hoeven die computers op wielen niet voor de minste kleinigheid naar de (vaak dure) garage. De luchtfilter vervangen (of kuisen) is in het begin een beetje prutswerk, maar eens het deksel eraf, is het een makkie.
Hoe?
Een motor moet kunnen ademen, per slot van rekening is er een mix van brandstof en lucht nodig om een verbrandingsmotor te laten werken. Hoe zuiverder die lucht, hoe efficiënter de motor verbrandt, wat zich positief vertaalt naar het brandstofverbruik. Opdat de lucht zo zuiver mogelijk de cilinder bereikt, verwijdert een filter eerst vuildeeltjes, stof en andere indringers. Geen wonder dus dat de filter zienderogen vuil wordt. Hoe vaak je hem moet vervangen hangt van het auto- en filtertype af.
Om de luchtfilter te bereiken, zoek je onder de motorkap naar een zwart plastic kastje verbonden aan een dikke toevoerslang. Bij de meeste modernere auto's is de filterbehuizing rechthoekig of cilindervormig. Het deksel daarvan wordt meestal met clipjes, soms met enkele schroeven vastgemaakt. Eenmaal het deksel verwijderd is, is de klus snel geklaard: oude filter eruit halen, de nieuwe erin leggen en behuizing opnieuw sluiten.
Of proper maken?
Heel wat moderne luchtfilters hoef je eigenlijk ook niet om de haverklap te vervangen. Je kan ze net zo goed even proper maken. Uitblazen met perslucht bijvoorbeeld. Als je daarvoor geen compressor in de buurt hebt, volstaan spuitbussen ook. Heel wat garages doen overigens net hetzelfde, ook al verschijnt er dan soms per ongeluk toch een nieuwe filter op de factuur.