1. WAAR EN WANNEER
a. Weer fel zonlicht. Het spoelwater verdampt anders veel te snel en veroorzaakt kringen en strepen, ook op de ruiten. Behandel desnoods enkel kleine oppervlakken per keer.
b. Hou rekening met het seizoen. In de winter voor vriezend spoelwater, in de zomer voor pollen tussen twee waxlagen in... Plan de waxsessie best in net nadat een regenbui de lucht wat heeft gezuiverd.
c. Werk bij voorkeur in daglicht. In het donker kan je onmogelijk alle onregelmatigheden of vuile zones spotten. Zorg in een garage voor overvloedig en liefst aangepast licht. Let op dat je de naburige toestellen of wagens niet onbedoeld nat maakt.
d. Controleer de ondergrond. Om opspattend vuil te vermijden en om grip te behouden. Klinkers, ruwe tegels of asfalt zijn prima ondergronden, voor zover ze goed afwateren. Grind is ook goed, omdat hier geen plassen op blijven staan. Pas wel op voor pijnlijke knieën door steentjes en maak voorzichtig gebruik van de hogedrukreiniger.
e. Draag aangepaste kleding. Hou rekening met vuil, water, zeep en draag eventueel latex wegwerp handschoenen. Verwijder eveneens juwelen, zoals ringen en horloges om de lak niet te beschadigen.
2. BENODIGDHEDEN
Af te raden :
a. Spons. Houdt te veel vuil vast en veroorzaakt kringen op lange termijn
b. Zeemvel. Is hard en ruw, neemt niet veel water op, is moeilijk te bewaren, scheurt gemakkelijk.
c. Rubberen aftrekkertje. Is niet geschikt voor gebogen oppervlakken en kleine verontreinigingen.
Aan te raden :
a. (Gefilterd) regenwater gebruiken. Ook als het water geel ziet (dat kan wanneer het warm is of als je een plat pak hebt.
b. Tuinslang met instelbare spuitkop. Liefst van het type dat via één hendel (trekker) de hoeveelheid water en de spreiding regelt.
c. Goede shampoo. Best uit de auto- of detailhandel, verdund in een emmer lauw of koud water
d. Minstens twee emmers, een washandschoen en een droogdoek. Washandschoenen en (gewafelde) droogdoeken bestaan uit duizenden microvezels met een groot reinigend vermogen. Ze schuren niet of nauwelijks en vallen makkelijk volledig uit te spoelen. Een speciale droogdoek uit microvezels kan ook een indrukwekkende hoeveelheid water ophouden, waardoor je eerder de wagen droog 'dept' dan dat je hem droog wrijft. Ze kunnen ook allebei in de wastrommel op de aangegeven temperatuur. Gebruik geen wasverzachter.
Optionele materialen :
Een halve meter tuinslang (Aan één kant voorzien van een klassieke tuinslangkoppeling en een mannetje-mannetje stekker om aan te sluiten op de tuinslang), een gespecialiseerde spray, een hogedrukreiniger, een tweede washandschoen en een tweede droogdoek voor de wielen
3. EERSTE VUIL VERWIJDEREN
a. Begin met wielkasten, wielen, banden en kieren tussen deurstijlen en ramen. Hier hoopt vuil zich op. Insecten op de neus dienen ook eerst verwijderd te worden, alweer met zo min mogelijk aanraking. Een goede spray kan helpen.
b. Met de hogedrukreiniger. Werk bij erg vuile wagens voorzichtig met de hogedrukreiniger maar probeer zeker niet om de auto in één beweging helemaal zuiver te krijgen. Dat lukt toch niet, en je verhoogt het risico op beschadiging.
c. Met de tuinslang. Zet de spuitmond in de brede sproeistand en regen de auto als het ware af. Werk steeds van boven naar beneden.
c. Met schuim. Schuim zet je de lak in de week, waardoor de meeste vuildeeltjes lossen zonder dat er sprake is van aanraking en het koetswerk na de eerste spoeling doorgaans al bijna geen vuil meer vertoont. Gebruik een specifieke spuitmond die je op de tuinslang klikt, of een hogedrukreiniger met de druk zo laag mogelijk ingesteld en een goedkope, goed schuimende shampoo in het chemisch reservoir.
4. DE WIELEN
Velgen krijgen veel vuil te verwerken, ook van binnenuit door hardnekkige remstof. Om te behandelen zijn gespecialiseerde sprays met een sterk vuiloplossende en soms zelfs licht bijtende werking geschikt. Opgelet: Bepaalde merken dien je eerst te verdunnen, dus lees steeds de gebruiksinstructies!
Behandel velg per velg om het product niet te lang te laten inwerken en om spatten op de lak te vermijden. Gebruik de tweede washandschoen of een aangepaste velgenborstel. Vernevel, wrijf, laat inwerken en spoel rijkelijk! Schrob lichtjes de buiten- en binnenkant en werk ook achter de velgwand en tussen het lichaam van de velg en de remklauw.
5. HET WASSEN ZELF
Neem twee (liefst doorzichtige) emmers, eentje gevuld met de zeepoplossing en de andere gevuld met helder (regen)water. Neem daarna met de washandschoen wat zeepwater uit de eerste emmer en was een deel van het oppervlak. Spoel daarna de handschoen in de tweede emmer, om vervolgens weer zeepwater op te nemen. Werk steeds van boven naar beneden en begin bij het dak. Telkens je een nieuw paneel hebt afgewerkt, spoel je de hele wagen van boven tot beneden af.
Let ook op de bovenkanten van dak- en deurlijsten, want hierin durft nogal makkelijk zeepwater te blijven staan. Controleer ook de afwateringsgaten tussen voorruit en motorkap op bladeren, dennennaalden etc.
Hard drukken met de washandschoen om vuil, strepen en vlekken te verwijderen is niet nodig. De beweging maakt weinig uit, een goede washandschoen laat bij correct gebruik geen krassen na. Gebruik bij voorkeur een aparte handschoen voor de kunststof (bescherm)delen. Behandel ze steeds als allerlaatste, eventueel tegelijkertijd met de laatste beurt van de velgen.
Als het spoelwater begint te verkleuren, voorzie dan de tweede emmer opnieuw van vers water. Steek dus nooit een verontreinigde washandschoen in proper zeepwater. Perfectionisten wringen de handschoen na de spoeling eerst uit naast de emmer. Laat het zeepwater nooit opdrogen!
6. DROGEN
Gebruik de halve meter tuinslang met aan de ene kant een recht afgesneden uiteinde slang en aan de andere kant een conventionele koppeling met mannetje-mannetje stekker. Laat de waterstraal zonder te spatten samenklitten met het reeds aanwezige water om de resterende spoeldruppels mee te evacueren.
Plaats de wagen in de schaduw en gebruik eventueel een luchtcompressor om voorzichtig het resterende water van de grille, onder de tankdop en tussen de richels van de dakdragers te spuiten. Overdrijf niet om strepen tegen te gaan. Gewoon zelf blazen gaat ook.
Gebruik de (al dan niet gewafelde) droogdoek, verkrijgbaar in de detailhandel. Deze is niet meteen herbruikbaar zoals een zeemvel want uitwringen werkt niet. Droog eerst de snelst drogende vertikale oppervlakken waar weinig water op staat. Behandel het dak en de motorkap als laatste. Een tweede doek kan nodig zijn bij grote wagens.
7. TIPS VOOR DE BINNENKANT
a. Klop de tapijten uit. Opgelet: voldoende afstand van de wagen houden indien eerst gewassen
b. Kies de geschikte stofzuiger. Een gewoon exemplaar volstaat, maar best met een verwisselbare mond
c. Gebruik een (bevochtigde) microvezel stofdoek. Werkt perfect op stoffen bekleding, leder en kunststof. Voor de ruiten een zachte vezeldoek in combinatie met een ruitenreiniger gebruiken.
d. Na de wasbeurt. Zet alle deuren en de koffer open en werk met de droogdoek alle koetswerkpanelen af die aan de binnenkant liggen, zowel die van de deur als van de koets zelf. Ga ook over de tredes en de deurbescherming, maar nooit met dezelfde doek over deurdrempels en koetswerk.