Als je de wagen helemaal afgesloten hebt (ramen en dak) en je waswapens klaar hebt liggen voor de regelmatige wasbeurt, kunnen we beginnen met het verwijderen van het oppervlakkige vuil. Er zijn verschillende manieren om dit te doen, en allemaal houden ze in dat je flink wat liters water nodig hebt. Afhankelijk van de mate van verontreiniging kan je in feite drie kanten uit: erg vuile wagens (aangekoekte modder bij terreinwagens bijvoorbeeld) kan je voorzichtig met de hogedrukreiniger te lijf gaan, maar probeer daarbij zeker niet om de wagen in één beweging helemaal zuiver te krijgen. Dat lukt toch niet, en bovendien verhoog je onnodig het risico op beschadiging. Een tweede benadering, en tevens de minst omslachtige, is om de wagen helemaal af te spuiten met een normale tuinslang, waarbij de spuitmond in de brede sproeistand wordt gezet. Je regent op die manier de auto als het ware af. Dat doe je uiteraard steeds van boven naar beneden: dus eerst het dak, daarna de voor- en achterruit, vervolgens de flanken, velgen, de neus en de achtersteven. Die volgorde hanteer je trouwens ook voor alle verder in dit dossier besproken stappen. Het water neemt losliggende vuildeeltjes mee naar beneden, zodat je die alvast niet meer hoeft te verwijderen met je poetshandschoen.
Een derde mogelijkheid bestaat erin de wagen eerst helemaal in te pakken in actief schuim. Er bestaan specifieke spuitmonden die je op je tuinslang kan klikken om dit klusje klaar te spelen, maar een hogedrukreiniger met de druk zo laag mogelijk ingesteld en een goedkope, goed schuimende shampoo in het chemisch reservoir doet het even goed. Door de wagen helemaal in te schuimen, zet je de lak als het ware in de week. Op die manier lossen de meeste vuildeeltjes de lak zonder dat er sprake is van aanraking en vertoont het koetswerk na de eerste spoeling al bijna geen vuil meer. Deze methode schuiven wij alvast naar voor als de beste, want ze is trouw aan een principe dat we voortaan steeds in het achterhoofd zullen houden: hoe minder fysiek contact we hebben met de lak, hoe beter.
Tijdens deze stap dien je eveneens aandacht te hebben voor de zijkanten onderaan de wagen, de binnenkant van de wielkasten, de wielen, banden en de kieren tussen deurstijlen en ramen. Dit zijn allemaal locaties waar vuil zich steeds weer ophoopt; Het is dan ook uitermate belangrijk deze zones al in het begin van het wasproces aan te pakken, om latere kruiscontaminatie te vermijden. Zit de neus van de auto onder de insecten, dan is het nu het moment om ook deze zone te behandelen en dit - alweer - met zo min mogelijk aanraking. Een goede spray doet zijn werk zonder wrijven, maar zoals je later zal lezen, komen insecten sowieso al behoorlijk snel los op voorwaarde dat de lak regelmatig en volgens de regels van de kunst gewaxt werd. Met het meeste vuil verwijderd, pakken we eerst en vooral de velgen aan.