De beste omschrijving die we voor dit begrip kunnen geven luidt als volgt: “een standaard aangekochte wagen aanpassen aan zijn persoonlijke smaak en wensen”. Er zijn zoveel tuningmogelijkheden als er persoonlijkheden zijn, dat blijkt steeds nadrukkelijker bij een bezoek aan de Essen Motor Show. Voor de één betekent tuning het uitstralen van zijn persoonlijke ‘ik’ via zijn vierwieler, het in de verf zetten van het uiterlijk vertoon. Dit is de meest opgemerkte vorm van autotuning en tevens de meest bekritiseerde. Het veranderen van het uiterlijk van de wagen, zodat hij er toch net anders uitziet dan zijn soortgenoot die bij de buurman voor de deur staat, heeft immers geen enkele rationele waarde. Dat belet niet dat velen er een enorme voldoening in vinden. Men hoeft daarvoor niet eens naar de grote middelen te grijpen. Heel wat firma's bieden universele accessoires, die op elke wagen kunnen toegepast worden, gewoon voor de ‘fun’.
Voor andere autoliefhebbers zijn weggedrag en motorprestaties essentieel streefdoel en dat mag zelfs gerust heel discreet gebeuren. Dit is het domein van de technische tuning. Weer anderen zijn gewoon op zoek naar meer comfort aan boord van hun auto. Dat kan geconcretiseerd worden met een lederen interieur, een machtige geluidsinstallatie, TV en Video aan boord, navigatie of alle faciliteiten voor een mobiel kantoor. Wie autotuning heel extreem gaat bedrijven, zet een volledig eigen autocreatie op wielen neer. Een auto die niets meer gemeen heeft met de seriewagen waarvan er jaarlijks tienduizenden en zelfs honderdduizenden worden gebouwd. Het is een hobby, waarvan het resultaat niet iedereen zal bekoren, maar waarachter heel wat gedrevenheid en ambacht kunnen schuil gaat.
Momenteel wordt de tuningscène alsmaar scherper verdeeld in twee kampen: de uiterst professionele firma's, die zich toespitsen op één merk of merkengroep en de status van ‘autoconstructeur’ nastreven - en vaak ook bereiken - versus de ‘allrounders’, die we niet met zijn allen over eenzelfde kam mogen scheren Ő ze bieden vooral een hoge ‘funfactor’ - maar kunnen zich moeilijk losmaken van het negatieve ‘Johny & Marina’-imagoij
Tuning of niet?
Tuning laat slechts weinig autoliefhebbers onberoerd. Het is niet gebonden aan welke autoklasse ook. Dus moet ik er ook maar aan beginnen?
Men moet goed weten waaraan men begint. Wij vinden ook dat heel wat standaard stuurwielen onaangenaam aanvoelen en dat is een goede reden om een betere keuze te maken bij accessoireshop. Een stuurwiel vervangen is echter wat anders dan een binnendeur een laagje nieuwe verf geven... Dit heeft met veiligheid te maken en dan kan men maar beter afstand doen van de diepgewortelde ‘doe-het-zelver’-mentaliteit. Een versnellingspookknop vervangen kan nog eenvoudig, maar wanneer men daar ook nog een lichtje in wil laten branden, wordt het al een ander verhaal. Moderne auto’s zitten boordvol bedrading en het is echt geen ‘makkie’ om de juiste draad in het bos te vindenij Boren of zelfs het indraaien van zelftappende schroeven moeten ook al met de nodige omzichtigheid gebeuren, om niets van de originele uitrusting te beschadigen.
Nog een zeer punt: het respect voor de homologatie van het voertuig. “Lichten zijn de ogen van de auto” luidt het, maar ze mogen niet zomaar vervangen worden door gelijk wel onderdeel. Gehomologeerde stukken kosten natuurlijk wel iets meer, maar vermijden ergernis bij een volgend bezoek aan de technische keuring. Zodra men zich met ‘technische’ tuning inlaat loopt men het risico dat de garantiebepalingen van het automerk vervallen. Dat is vrijwel altijd het geval voor de bijzonder populaire ‘chiptuning’, zeker bij de in ons landje dominant aanwezige dieselmotoren. Sinds de opmars van het elektronische motormanagement is meer motorvermogen het actieterrein van de computerprogrammeur geworden. Het originele programma bewerken, geheel nieuwe software laden, het kan allemaal vrij eenvoudig worden uitgevoerd. Ernstige producenten hebben hun producten vooraf grondig getest Ő testbank, proefritten voor de finale afstelling, strenge controles op de uitlaatgassen - alvorens ze te commercialiseren. Ze durven het ook aan garanties te verlenen, die compenseren wat het automerk van zich afschudt na de tuningingreep. Als bestuurder dient men zich steeds te realiseren dat de wagen weliswaar kortstondig heel wat beter kan presteren dan origineel, doch nog steeds dezelfde motor in het vooronder heeft en dus niet eentje met meer cilinderinhoud, die men zich niet kon/wou veroorlovenij Wanneer we hogere prestaties nastreven, dan dient alles in veilige verhoudingen te blijven. Meer power onder de rechtervoet, vergt ook aangepast remvermogen, aandacht voor de (olie)koeling, enz... Ons advies: bezin tweemaal voor je begint en hou het veilig.
Constructeurstatus
Binnen het autowereldje heeft ‘tuning’ een speciale en eigen plaats opgeëist. Al te vaak wordt het begrip geassocieerd met een extravagante look, met toeters en bellen die de wagen opvallend maken, maar niet noodzakelijk mooier dan zijn ontwerpers hadden bedacht. Daarnaast bestaat er tuning van een heel ander kaliber, veelal discreter of volgens het moto “onopvallend opvallend”. Het gaat soms om projecten die al vertrekken van automobiele juweeltjes en waarvan men zich afvraagt of het überhaupt mogelijk is een nog hoger niveau te bereiken.Dit streven naar absolute perfectie heeft in het verleden een aantal bedrijven toegelaten zich te profileren als de ongekroonde specialisten voor één bepaald automerk of een groep merken. Ze zijn uitgegroeid tot een exclusief clubje, dat tuning heel ernstig neemt en daarvoor ook harde garanties geeft. Inmiddels genieten ze zelfs een verregaande vorm van vertrouwen bij de automerken die ze onder handen nemen, waardoor ze hun getunde versie van nieuwe modellen bijna synchroon in de spots kunnen rijden!
Aan de top van het tuninggebeuren schitteren namen als Brabus, Carlsson en Lorinser, die hun kunsten exclusief reserveren aan Mercedes-Benz producten; Alpina en Hartge worden in één adem genoemd met BMW. Abt weet van wanten als het Audi's betreft, al laat het evenmin VW's en nu zelfs Skoda's links liggen. Porschisten blijken het ook niet altijd genoeg te vinden en stappen naar Ruf, Techart of Gemballa. Irmscher, Lexmaul en Steinmetz concentreren zich dan weer op Opel. Dit lijstje is slechts een greep uit het aanbod en lang niet volledig.
De automerken blijven niet aan de zijlijn toekijken hoe anderen goed geld verdienen met het 'aankleden' van hun modellenij De sportieve wensen van de klanten worden gehoord en tal van autoconstructeurs laten zich nu zelf opmerken in de tuningscène, soms na ze eerst met de vinger te hebben gewezen. Een overzicht van ‘in-house’ tuning bij de grote automerken: Audi heeft zijn ‘Quattro GmbH’ voor tuningkunsten, BMW verwijst naar zijn ‘M-Sport’, Mercedes-Benz kocht jaren geleden ‘AMG’ in en houdt er bovendien nog ‘Designo’ op na. Opel startte nog vrij recent ‘OPC’ (Opel Performance Cars) en bij Ford leeft met wisselende aandacht de afdeling ‘RS’.