Cadillac haalt de opgepepte ‘V-versies’ van de STS en XLR voor het eerst naar Europa. Beide snelle modellen komen tijdens het eerste kwartaal van 2006 op de markt. Tussen de voorwielen vinden we telkens een 4,4l V8 compressormotor. Die levert 476pk en 595Nm koppel onder de kap van de STS en Őomwille van een beperkte capaciteit van de in- en uitlaatlijn- 448pk en 561Nm bij de XLR. Omdat de XLR wat lichter is, halen beide versies 100km/u in nagenoeg dezelfde tijd; 5 tellen. Alle leden van de V-Series familie krijgen uiterlijke opsmuk in de vorm van een grille met gaas, grotere wielen, hout- en aluminiumaccenten in het interieur en aanpassingen aan het chassis. Die omvatten grotere remmen, dikkere stabilisatorstangen en een meer op sportiviteit ingesteld gestuurd dempersysteem (Magnetic Ride Control).
In Frankfurt staat ook het productiemodel van de kleinste ‘Caddy’. De BLS moet het Amerikaanse luxemerk weer houvast geven op Europese bodem. Onder de typische Cadillac-vormgeving vinden we dan ook vertrouwde mechaniek. De BLS wordt gebouwd op hetzelfde onderstel als de Opel Vectra en Saab 9-3. Het motorenpallet vind ook bij deze modellen z’n oorsprong. Er is een 150pk sterke 1.9 diesel en er zijn drie benzinemotoren die allen van een turbo voorzien zijn. Twee krijgen een inhoud van 2.0l en leveren 175 en 210 paarden. De topversie krijgt een 2.8 V6 die 255pk levert. De BLS meet 4,68m in de lengte, 1,82m in de breedte en 1,49m in de hoogte. In de lente van volgend jaar doet de kleinste Cadillac z’n intrede in de Europese showrooms.
