Audi focust zich op de IAA op de twee uiteinden van het productspectrum. Het introduceert enerzijds snelle versies van de A6, A7 én A8 en stelt tegelijk twee elektrische studiemodellen voor.

De Audi S6, S7 en S8 krijgen alle drie een 4l V8 met dubbele turbo onder de kap. In de eerste twee versies, die technisch identiek zijn, levert het blok 420pk en 550Nm. Om het vermogen over te brengen worden een S-Tronic automaat met zeven versnellingen en quattro vierwielaandrijving ingeschreven. De topsnelheid bedraagt steeds 250km/u dankzij de begrenzer. De S6 sedan haalt 100km/u in 4,8 seconden. Voor de S6 Avant en de S7 is dat 4,9 tellen. In de S8 braakt hetzelfde blok 520pk en 650Nm uit. De quattro-aandrijving is er ook, maar de automaat heeft zelfs 8 versnellingen. De top is identiek, maar naar 100km/u accelereren duurt hier slechts 4,2 tellen.

Audi haalt de A2 ook weer van onder het stof. Net als de gelijknamige voorganger wordt bij dit studiemodel uitgebreid gebruik gemaakt van een lichtgewicht koetswerk om het verbruik te drukken. Elektrisch verbruik in dit geval, want deze 3,80m lange, 1,69m brede en 1,49m hoge stadsrakker wordt aangedreven door een elektromotor met een piekvermogen (dat tijdelijk beschikbaar is) van 116pk en 270Nm. Voldoende voor een sprintje in 9,3 tellen, een top van 150km/u en een autonomie van 200km. Daarna moet de A2 weer 4u opladen.

De Urban Concept is een nog kleinere elektro-auto. Hij is bijna 60cm korter dan de A2 en bestaat meteen in twee smaken. Eén met een dak dat achteruit schuift om maximaal twee inzittenden plaats te bieden en een Spider die het zonder dak stelt. De twee elektromotor van 15kW en 47Nm brengen de auto maximaal 73km ver. Audi mikt dan ook op stedelijke klanten. Daar volstaat de top van 100km/u en de acceleratietijd van 6 seconden naar 60km/u ruimschoots.