Een publiekstrekker op de stand zal ongetwijfeld ook de Ford GT zijn, die eerder al op talrijke evenementen aan het publiek werd getoond en reeds in drie exemplaren werd gemaakt. Verschillen met de definitieve productieversie zullen miniem zijn. De GT is een reïncarnatie van de GT40, die in de jaren zestig furore maakte op de circuits. De uiterlijke gelijkenissen zijn opvallend, maar misleidend. De nieuweling die gewoon GT heet omdat Ford de rechten op de naam ‘GT40’ niet meer bezit, is immers geheel anders geproportioneerd. De lengte nam toe met niet minder dan 45cm, de hoogte ook met 10cm. Onder de bolle wielkasten vooraan huizen 18-duims lichtmetalen velgen, achteraan is dat zelfs 19-duims. Ze zijn voorzien van speciale Goodyear Eagle F1 Supercar-banden met maatje 245/45 vooraan en 285/45 achteraan.
Onder de kap, perfect centraal, zit de grootste motor van Ford’s modulaire motorfamilie (MOD). Dat is zoals het hoort in een echte Amerikaanse sportwagen een dikke V8 met compressor. Die heeft een inhoud van 5,4l en ontwikkelt 500pk en bijna 700Nm koppel. Daarmee komt hij dicht in de buurt van de waarden van de originele GT40 die in 1966 en 1967 met een blok met een inhoud van wel 7l in de 24h van Le Mans wist te triomferen. De motor wordt gekoppeld aan een nieuw ontwikkelde handgeschakelde Ricardo zesbak, terwijl een ultrastijf aluminium spaceframe-chassis de hele handel samen houdt.
In wereldpremière toont Ford ook nog de Visos. Een concept die is ontworpen door de Europese afdeling van de constructeur. Die moet een duidelijke indicatie geven van waar de nog steeds noodlijdende Europese afdeling in de toekomst naar toe wil. Het model is een vierpersoons tweedeurs sportwagen. De lijnen zijn afkomstig van modellen uit het verleden. Onder meer de originele Escort, de Puma, de GT 40 en de Capri stonden model. In het interieur vinden we 4 individuele zitjes, zoals tegenwoordig wel meer het geval is bij concepts. De uitzonderlijk brede schouders werden gebruikt om apparatuur in te bouwen. Daardoor kon het instrumentenbord aanzienlijk verkleind worden. De deuren openen op een conventionele manier, maar snijden diep in de dak. Aan elke kant gaat een dakpaneel samen met de deur open om een betere toegang tot de achterzetels te verschaffen.
Aan het exterieur zitten aërodynamische onderdelen als een uitgesproken voorspoiler en achterdiffuser die normaal enkel op high-performance sportwagens te vinden zijn. De stukken zitten verborgen maar komen te voorschijn als de bestuurder de sport-stand activeert of meer dan 90km/u gaat rijden. De achteruitkijkspiegels zijn vervangen door camera’s waarvan het beeld in het interieur te zien is. De camera’s zitten in de deuren en klappen weg als de motor afgelegd wordt.
De krachtbron van dienst is een dwars gemonteerde 2.996cc zescilinder in lijn. Die wordt door twee turbo’s gevoed en ontwikkelt 350pk en 400Nm. Een adaptieve automatische zesbak speelt de krachten via vier aangedreven wielen door naar het asfalt. Ford heeft geen prestaties bekendgemaakt.